Donderdag 27 juli
We hebben twee dagen een auto gehuurd en willen het Engelse Noord Ierland rondtoeren. Vanuit Belfast via Strangford Lough, waar we per ongeluk gratis met het pontje overvaren, en de Sint Patrick route naar London-Derry. Het landschap is erg groen, dat betekend dat het regelmatig regent. De omgeving is mooi met prachtige vergezichten en doorkijkjes. Regelmatig stoppen we om rond te kijken. Het landschap is hoofdzakelijk glooiend met bossages en gras en her en der ruines uit het verre verleden soms mooi en soms een hoop puin.
Het vervelende is dat tegenwoordig bij elke ruine ook een kassa staat. Hoe slecht de staat ook is, eerst betalen en daar heb ik wel moeite mee. Het kost minimaal 10 pond en vaak nog meer. We slaan ze regelmatig over anders wordt ons reisbudget helemaal erg overschreden. Dat gebeurt toch al omdat we regelmatig in een haven liggen, doordat er niet geankerd kan worden door rotsen of open water. Reizen wordt op deze manier wel duur.
Onze weg naar het noorden voert ons door het prachtige Sperrin gebergte. Groene heuvels en kloven. In de door ons gewenste route zit een wegversperring en op de gok nemen we een detour. Dat doen er meer en af en toe hangen we in de berm om werkverkeer door te laten. Het is wel opletten geblazen, want de berm is vaak diep of rotsig. Gelukkig hebben we het goed uitgemikt en komen we precies achter de versperring uit.
We hebben voor de nacht een B&B geboekt in (London) Derry. De Engelsen hebben er tijdens hun bezetting London-derry van gemaakt, maar de oorspronkelijke naam is Derry. We hebben veel gehoord over de tijd van de troubles, zoals ze de strijd hier noemen, tussen de katholieken en de protestanten en natuurlijk het Engelse leger. Een rare strijd waar niemand een goed antwoord op heeft. Maar ook een strijd is al honderden jaren suddert en af en toe oplaait.
Derry is een ommuurde stad. Onze B&B, Amore, is vlakbij het centrum. Vandaar lopen we naar een pub waar we lekker eten en lopen dan terug over de stadsmuur.
We hebben een heerlijk rustige nacht in het pension. Na een uitgebreid Iers ontbijt zitten we dan ook behoorlijk afgetopt in de auto.
We gaan nu langs de noordelijke kusten via Giant’s Causeway route. Het is een slingerende weg met veel scherpe bochten en smalle weggetjes. Ook nu duiken we regelmatig de berm in om andere auto’s te laten passeren. Deze route is genoemd naar een plek waar verschillende lagen bazalt liggen. Zo’n veertig duizend stenen. Het ziet er bijzonder uit en naast de geologische verklaring hoort er een practig Iers verhaal bij. Bovendien is het de touritische atractie van Noord Ierland. Er komen zo’n 4000 mensen per dag om een kijkje te nemen, dat maal gemiddeld een tientje kan wel uit. Het National Trust is er in ieder geval blij mee.
We rijden een groot gedeelte van de kust af. We eten onderweg met uitzicht op een jachthaven een matige fish and chips en een heerlijke ijsje. Na nog een mooie rit langs de kust via weer een smal weggetje zijn we er om een uur of zeven wel klaar mee.
We gaan naar de luchthaven waar we vanavond een nieuwe gast ophalen. Om 22.20 uur moet Marleen van der Post landen. We zijn nog te vroeg, dus eerst inkopen doen dan is dat alvast geregeld.
Dan richting het internationale vliegveld. We zijn nog te vroeg dus dan halen we wel ergens een bakje koffie zo is het plan. Onderweg naar het vliegveld staan langs een lange weg er naar toe wel honderd auto’s met chaufeur en inzittende in de berm geparkeerd. Albertien heeft meteen in de gaten dat het wachtende mensen zijn, die reizigers komen afhalen. Ik zeg: “ Ben je gek. Het vliegveld is nog kilometers ver weg en we rijden door, dit slaat nergens op.”
Daar komen we snel achter, want als we het parkeerterrein oprijden en de tarieven zien snappen we direct waarom al die mensen langs de weg staan te wachten. Als je max 10 minuten parkeert ben je 1 pond en daarna gaan de tarieven met sprongen omhoog. Meer dan 20 minuten kost al 6 pond. En daar vliegtuigen regelmatig vertraging hebben, kan het parkeergeld aardig oplopen. Dus wij gaan weer terug. Alleen het in en uitrijden kost al een pond en dan hebben we er nog maar 1 pond over. Je moet hier cash betalen bij de uitrijslagboom, dus hebben we dan straks ook niet veel tijd om Marleen op te pikken.. Dan op zoek naar een koffietent of iets dergelijks. We rijden zeker 9 mijl naar een grote plaats maar daar is op dit tijdstip geen koffietent te vinden. Dan maar terug naar het vliegveld en aansluiten bij de andere wachtende auto’s langs de weg. Hoe gek kun je het hebben.
Na een klein uur landt Marleen en kunnen we haar na sms intructie bij de pick-up plaats op halen om naar de boot te gaan. Daar aangekomen de auto geparkeerd op een afgesloten parkeerterein met slagbomen vlak bij de boot. Dat is handig, want staat de huurauto mooi veilig en voor het gesjouw met de boodschappen. Nadat we alle spullen uit de auto naar de boot hebben gebracht en de auto opgeruimd, controleer alles nog even en ontdek dat ik het kaartje van de slagboom om uitterijden mis. Hoe kan dat nou? Het ging wel wat rommelig bij de auto met alles bij elkaar pakken. Ik had het kaartje in m’n jaszak gedaan, maar daar zit er niet meer in. Terug naar de auto, want misschien heb ik hem op het dasbord laten liggen? Nee, daar is het niet en op de parkeerplaats kan hem ook niet vinden. Terug naar de boot alle tassen en jaszakken nagekeken. Niet te vinden. Ook in de kuip van de boot, aan dek en op de steiger niet. We snappen er niets van. Het is inmiddels 1 uur ’s nachts als ik de parkeerwacht opbel en geen reactie krijg op het antwoordapparaat. Morgen willen we de auto inleveren. Het liefst vroeg om zes uur. Dan kunnen we met tij mee vertrekken van deze plek naar Dublin. Wat nu? Ik zie allerlei beelden van mr. Bean in gedachten voorbij vliegen over hoe hij een slagboom wil misleiden.
Om half twee toch maar naar bed. Redelijk geslapen alleen vroeg wakker. Ik ga er uit en denk dat kaartje moet er wezen. Misschien toch in de kuip onder de latten van de bank, daar gekeken nee niet daar en dan de vlonders er uit en ja hoor daar ligt het kaartje. Wat ben ik blij om het te vinden en dat het vannacht niet geregend heeft.
Nu ik toch wakker ben, ga ik me aankleden dan kan ik de auto terug brengen naar de verhuurder op de city airport. Albertien gaat mee. Zij is mijn Tom Tom en brengt me bijna altijd waar ik heen wil ook nu weer. Auto ingeleverd en dan moeten we met de bus terug naar de haven. Alleen duurt dat nog drie kwartier zodat wij om half zeven ’s morgens aan de koffie zitten op de luchthaven.
Als we terug zijn aan boord eerst maar ontbijt en daarna een douche dan zijn we weer bij de tijd. Het weer gecheckt het waait nog steeds hard nu uit het zuiden dat is niet handig. We wachten en hopen dat morgen het weer wat rustiger wordt. Vandaag een rustdag ook wel nodig na alle consternatie Marleen en Albertien gaan Belfast verder verkennen en ik rommel wat aan boord. Albertien en Marleen lopen weer door de straten met murals rondom de geschiedenis van de Troubles. Omdat het nu geen zondag is kunnen ze door de poorten die ook nu nog op zondag gesloten zijn. Aan de tegenkant van de IRA wordt die partij in ‘kleuren en geuren’ vergeleken met ISIS en de aanslag in Parijs. De troubles zijn dus nog niet voorbij. Ook bij de rondleiding door de Townhall, die Marleen en ik doen, horen we dat er elke zaterdag gedemonstreerd wordt omdat er niet meer elke dag de Britse vlag op de Town hall staat. Dit als tegemoetkoming naar de separisten na de vredes onderhandelingen. Na de rondleiding staat Joop op ons te wachten en gaan we nog wat drinken in de Crown bar.
We moeten toch in beweging komen en vertrekken vanmorgen om half tien. Nu gaan we vast richting Bangor daar in de marina een plek gezocht. Voor die tijd nog de tank vol gegooid met diesel. Je weet maar nooit wanneer je weer kunt tanken en hier gaat het makkelijk. In Bangor op voorstel van Marleen een rondwandeling gemaakt door de stad om een indruk te krijgen van het gebeuren hier en om de benen te strekken. We zien onderweg de lucht veranderen. Hevige donkere wolken pakken zich samen, daar komt gegarandeerd regen uit. We zijn net aan boord en dan het begint te plenzen met bakken komt het uit de hemel. Na een paar uur klaart het weer op. In de haven treffen we ook weer de Nederlandse Fairwind met Rick en Anita aan boord. We hadden elkaar al in Belfast gesproken. Ook nu hebben we weer een gezellige avond met elkaar.
Dan de volgende morgen om 9.30 uur kunnen we vertrekken richting Arglas en als dat niet te bezeilen is gaan we mogelijk naar het eiland “Man”is het idee. Wanneer we om de hoek komen en tussen de kleine eilanden voor de kust door zeilen, is de wind meer zuid dan voorspeld. Daarom verleggen we de koers richting Man en zelfs dan moeten we hoog aan de wind zeilen. Het waait inmiddels dik 5 dus reven er in en op weg. We hebben stroom mee en wind tegen. De zee is daardoor onrustig en we lopen best hard, we bonken er tegen in. Als we zo een tijdje onderweg zijn wordt Marleen een beetje wit om de neus en voelt zich niet lekker.
Na verloop van tijd moet ze overgeven maar blijft vrolijk tussen het kotsen door, met regelmatig crackertjes eten en een beetje water drinken houdt ze het vol. Als we na 7 uur ploeteren aankomen op het eiland Man kunnen we gelijk naar binnen over de drempel van de jachthaven afmeren aan een pontoon zoals ze dat hier noemen. Heerlijk rustig. Marleen komt gelijk weer bij en krijgt trek na alle gespuug. Fijn dat ze zo snel weer opknapt. Na een lekker diner en een douche kan ze de wereld weer aan.
Nu we op eiland Man zijn gaan we het ook bekijken. We kopen een ov dagkaart en gaan op weg. Eerst naar de hoofdstad Douglas dan met de bus naar port Erin in het zuiden. Daar rondgekeken broodje gescord en dan met de stoomtrein terug naar Douglas. Het is een prachtig oud stoomtreintje op een smal spoor. Ze hebben drie veschillende locomotieven en een heleboel oude wagons. In Douglas stappen we over op een lokale bus die ons naar Laxey brengt. Daar komen we net op tijd aan voor het laatste trammetje dat naar boven op de berg gaat de hoogste top van het eiland. Daar aangekomen moeten we een tijdje zoet brengen in afwachting van de volgende trein die ons een half uur later weer terug brengt. Overigens de wagons zijn 100 jr oud en ze rammelen aan alle kanten. De hele houten opbouw schudt en beweegt.
Als we weer beneden zijn willen we nog een andere trein naar Ramsey pakken maar helaas die was al weg. We pakken de bus naar Ramsey. Overigens de meeste bussen zijn hier dubbeldekkers. We gaan bovenin zitten en hebben zo een fantastiche uitzicht boven alle muurtjes en heggetjes die hier langs de kant van de weg staan. Ook staan overal grote in zeildoek verpakte schuimblokken langs de weg om tijdens de TT motor races de rijders te beschermen. De dag loopt ten einde we pakken de bus die ons terug naar Peel brengt en dan zijn we wel uit gereisd en hebben we een goede indruk van het eiland gekregen. Weer terug in de haven zien we Fairwind ook liggen, die is net binnen gekomen na ook een stevige tocht.
Een nieuwe dag alleen deze keer niet met een glimlach het regent en dat duurt de hele morgen kunnen we eindelijk uitslapen. Lui opstaan en luieren tot aan de middag dan wordt het droog en gaan wij een museum bezoeken over de geschiedenis van Man en de Vikingen die hier gewoond en geleefd hebben. Het is een leuk museum helaas is door het rumoer van de jonge jeugd niet altijd alles te verstaan van de uitleg over de oude tijden maar het is wel geslaagd. Daarna gaan we om kasteel lopen wat hier op een klein eilandje voor de kust ligt die een prachtig nartuurlijke baai vormt zodat dit van ouds her een haven is geweest.
’s Avonds samen met Marleen de hoge berg beklommen die aan de zee kant van Peel ligt. Het is nog een flinke klim maar dan heb je wel een prachtig uitzicht. Met een voldaan gevoel sluiten we de dag af.
Van morgen willen we het kasteel van binnen bekijken het zijn alleen de restanten van muren en verblijven het meest is nog te zien van de oude kapel. Na een uur rondgedwaald te hebben zijn Marleen en ik uitgekeken en gaan we terug naar de boot. ’s middags de bus naar Douglas genomen om daar nog rond te kijken. We struinen door de winkelstraten en komen een bord van Mananan museum tegen. We zoeken het op en zijn er ander half uur onder de pannen en komen weer veel dingen aan de weet over het eiland Man. Later de bus terug naar Peel en dan zijn we weer een stuk wijzer en ook moe van alle gedoe.
Morgen hebben we evenals Fairwind het plan opgevat om naar Dublin in Ierland te varen. Als de wind nu wil mee werken, moet het lukken. De voorspellingen zijn redelijk. Om tien uur ’s morgens de haven uit als we buiten komen staat er een stevige westen wind met redelijke hoge golven die behoorlijk klotsen omdat het lagerwal is. Ik heis de zeilen verdraai daarbij m’n rug. Dat is balen. Ik heb pijn scheuten in de rug. Terug is geen optie. De wind is nu gunstig hij zal in de loop van de dag NW worden volgens de voorspellingen. We gaan door, ik op paracetamol en Marleen op anti zeeziektepillen. Fairwind loopt met deze rare klotszee er beter door dan wij en ze liggen dan ook al snel mijlen voor.
Ondanks de voorspellingen blijft de wind bijna de hele weg ZW en stevig. We bonken er tegenin en af en toe moet de motor er bij. Dan zakt de wind even weg en loopt de voortgang terug naar twee en een halve knoop. Even later blaast hij er weer vrolijk op los. En zo rommelen we door en komen uiteindelijk om 2 uur ’s nachts onder mondelinge begeleiding van de Portcontrol aan in Dublin. Daar afgemeerd in de marina. Nog even wat drinken en dan te kooi. We hebben onderweg geen basking sharks of mink whales gezien, maar tot Marleen haar grote geluk wel in de schemering een paar dolfijnen. ’s Morgens eerst maar uit slapen en ontbijten en dan aanmelden bij de marina. Inmiddels is Liesbeth, een zus van Albertien, ook aan boord gekomen. Zij was gisteren naar Dublin gevlogen om haar dochter over twee dagen af te lossen aan boord. We gaan ’s middags met z’n vieren de stad in Dublin verkennen.
De marina ligt aan het industrietrein helemaal buiten het centrum eerst een eind lopen dan een tram gepakt naar het centrum. De loopafstand tot aan de stad is een dik half uur maar met mijn pijnlijke rug zie ik dat niet zitten. Daar heerlijk rondgedoold door het centrum langs de pubs en andere bezienswaardigheden. We komen een leuk theater tegen waar een Ierse voorstelling gedraaid wordt. We laten ons strikken om er heen te gaan. Eerst nog even een hapje eten scoren anders halen we de eind van de voorstelling niet. In een lokale kroeg lekker gegeten en dan op naar het theater. We hebben een kostelijke avond. Het theater is een soort bonbondoos. Rood met wit, veel spiegels en pluce. Het publiek is gezellig en kletst met elkaar in de pauze. Je kan ook op het toneel naar het barretje, waar zich de voorstelling afspeelt. Wij zitten op het eerste balkon en ook daar is een barretje. Onze buren zitten aan de popcorn en het bier.
Daarna met een taxi terug naar de boot, wat een luxe. De volgende dag verrek ik van de pijn in mijn rug. Marleen die een opleiding volgt voor fysiotherapie gaat mijn masseren om de vastzittende rugspieren los te maken in de hoop dat de boel daarmee opgelost wordt. Het verbetert wel maar de boel zit scheef. Liesbeth en Marleen gaan vandaag met een hop-on-hop-of bus op stap’. Wij doen het wat rustiger aan en gaan later na de stad. We scharrelen er wat rond, winkelen wat, kopen eten en gaan dan weer naar huis. Met het uit de bus stappen kan ik bijna niet meer overeind komen van de rug pijn.
Terug aan boord heeft Albertien me weer gemasseerd en ook gekraakt. Hoera, dat heeft resultaat! Ik kan weer gewoon recht op staan en de pijn is vrijwel weg. O wat heerlijk. Ik kan wel een gat in de lucht springen. Ik ga eerst een eind wandelen om de spieren op gang te brengen. Het voelt een stuk beter. Nu kunnen we ook weer plannen maken om verder te zeilen. Marleen vliegt morgen terug naar huis vanaf Dublin en Liesbeth vaart verder mee naar een volgende bestemming. En die bestemming is Arklow, zo’n 35 mijl onder Dublin.
We vertrekken om elf uur. Marleen zwaait ons uit. Zij gaat via de stad naar de luchthaven waar ze om half vier vertrekt. De wind zit zw met 3 tot 4 bft. We varen op de motor de haven uit en dan kunnen de zeilen omhoog. Er staat een mooie wind en we lopen lekker onder de kust langs naar beneden. De eerste uren gaan mooi relaxt, maar als we om de hoek bij Wiclow komen en pal zuid moeten varen komen krijgen we last van een vervelende zee, dat remt in de snelheid. We zetten de motor zachtjes bij om voortgang te houden. We komen aan om half zes en kunnen aan een poton in de rivier. Vlakbij een Aldi en dat is dan weer handig. Albertien en ik gaan nog even douchen. Dat is hier behelpen. We staan elk in een ander hokje en ontdekken dat we beter om de beurt de waterknop in kunnen drukken om nog iets waterdruk te hebben.
De volgende dag vertrekken we om half vijf.
Anders missen we verderop het meelopende tij en komen in de problemen in Bristol canal waar de stroom 2 tot 3 knopen mee, maar ook tegen kan lopen. Het gaat verder goed met de overtocht.
Al liggen we behoorlijk te rollen maar dat moet straks beter worden als de stroom gaat meelopen denk ik dan. Dus niet. De Ierse zee blijft onrustig en daardoor moeten we motor laten meedraaien anders verliezen we te veel snelheid. Als we bijna aan de overkant zijn wordt Liesbeth wat stilletjes. Het is dan ook absoluut geen fijne zee om op te varen, en na nog een poosje gaat Liesbeth de vissen voeren maar knapt daarna gelukkig weer snel op. We varen verder en komen prachtig met het meelopende stroom aan op de plaats van bestemming. Hobbpoint bij Pembroke. Daar ligt een visitorssteiger waar je gratis mag afmeren. Het stroomt hier wel hard en er staat een draaikolk in het water naast ons. Op wat geklots na hier prima met op een halve kilometer afstand alle grote supermarkten. Een daalders plekje.
De volgende dag varen we naar Neyland jachthaven waar we met wat zeuren een plekje kunnen krijgen in de haven. Deze was vol maar na enig aandringen van Albertien bij de havenmeester kregen we toch een plek toegewezen, al moesten nog wel even wachten tot dat een ander schip vertrokken was. In de haven liggen is soms belangrijk om water en diesel te tanken, een was te draaien en om zelf (soms) een keer luxe te kunnen douchen.. Morgen varen we weer naar de overkant naar het gratis ponton. We hebben aan de Pembroke kant een auto gehuurd om het binnenland te verkennen.
Dus donderdag 10 augustus op stap met de auto.
We maken een grote rondrit door Pembroke, Wales. We rijden langs de kust, met prachtige rotskusten en mooie vergezichten over zee. Langs leuke baaien over te smalle weggetjes dus iedere keer de berm in om tegenliggers te laten passeeren. We maken een wandeling bij Wooltack point. Verwonderen ons over de droogvallende haven van Solva, die helemaal landinwaarts tussen de bossen ligt. In st Davids bekijken we het paleis van de bischop en de kathedraal Een mooie tocht, veel gezien. Ter afsluiting nog even langs de supermarkt voor aanvulling van de voorraden en dan kunnen we zaterdag weer verder. Vrijdag liggen we te klotsen aan lager wal en komt ook Fairwind aan deze steiger. We hebben zelfs een deel van de dag een schip langszij. Gelukkig vertrekt dat tegen de avond zodat we toch nog rustig liggen, wat wel aangenaam is.
Zaterdag vertrekken we om 10 uurrichting Falmouth om het hoekje Landsend. Het weer lijkt even goed om deze spannende tocht te maken. Alle grote kapen kunnen kunnen nogal wat wind en golven veroorzaken, we zijn benieuwd. Als we de volgende morgen afscheid nemen van Rick en Anita van Fairwind kunnen de touwen los en varen we het rivier af om zee op te gaan. Het gaat niet hard wind en stroom werken tegen en langzaam kruipen we de acht mijl naar buiten. Als we aan het eind van de rivier de op zee op gaan maken we een haakse bocht en kunnen de zeilen omhoog. Nu gaat het hard. De zeilen en de stroom werken mee en met 7.5 knoop scheren we door het water. Voorlopig is het ruim 100 mijl tot aan de hoek bij “Landsend”. Deze koers duurt zeker tot vannacht een uur of drie. We stellen de windvaan stuurautomaat in en deze stuurt ons de hele weg naar de hoek.
De zee is wel weer ontstuimig, maar gelukkig krijgen we de golven dwars in de koers is halve wind. Zo zeilen we hele dag. In de nacht als we bij Landsend komen zakt de wind in en draait naar het zuiden, dan moet de motor er bij. De rest van de tocht zwakke wind en een nadeinende zee. Als we de hoek om zijn wordt de zee vlakker en hebben we een beetje stroom mee. Zo komen we tegen tien uur ’s morgens aan bij Falmouth na een zwempartij van Liesbeth en een douchebeurt op het achterdek. Eindelijk is het warm genoeg om dat te kunnen doen. We varen de rivier op en ankeren vlakbij het stadje.
Het is er een drukte van belang, er is een feestweek aan de gang. Er worden wedstrijden gehouden vikingsschepen. De bemanning roeit zich te pletter. Er zijn veel deelnemers, denken we. In iedergeval duren de wedstrijden tot laat in de middag. Liesbeth en ik slenteren door het stadje. Met veel mensen op straat is het een gezellige boel. Als we later ’s avonds nog even de stad in lopen om kaarten te posten is er niets meer te beleven. Iedereen is kennelijk naar huis gegaan. We gaan weer terug naar de boot en daar is het nu een drukte van belang. Allemaal boten die hier ook een plekje voor de nacht zoeken. De ankerplaats wordt behoorlijk vol. Nu maar hopen dat de wind uit dezelfde richting blijft blazen, anders krijgen we aanvaringen tussen de boten onderling.
Ook dit hebben we goed overleeft het was een rustige nacht geen gedoe met boten lekker geslapen. Het is half zeven. Tijd om op te staan en te vertrekken willen we het tij meehebben naar Plymouth. Ook nu weer een prachtig windje 3 tot 4 bft. uit het zuidoosten. Niet helemaal volgens afspraak, want hij zou zuid zijn maar wel bezeild. Het wordt een heerlijke tocht over een vrijwel vlakke zee. We komen om half een aan in de baai bij Plymouth en gaan daar een jachthaven in. Liesbeth gaat vanaf hier terug naar Nederland. En wij zeilen morgen weer verder met z’n tweeen. Mayflower marina is een goed verzorgde haven. Alles ziet er goed uit, de prijs 40 pond, is stevig. In de middag regent het dus blijven we op de boot.’sAvonds uit eten geweest. Liesbeth trateert ons. We eten in haven restaurant prima eten voor een betaalbare prijs.
Dinsdag 15 augustus
Liesbeth vliegt vandaag vanuit Bristol en heeft nog een lange treinreis voor de boeg. Wij draaien nog gauw even een wasje en dan is het tijd om te vertrekken. Om 9.30 uur op weg de haven uit. Op zee de zeilen omhoog en dan naar Dartmouth. Het is zo’n 35 mijl en we gaan als een speer op een mooie rustige zee met windje 3 tot 4 uit zuidwest. Het wordt een snelle overtocht tegen een uur of twee komen we er aan. Daar is het even zoeken op de rivier waar Dolfijn gemeerd ligt en dan kunnen er achter gaan liggen aan een ponton. Later als Sietse en Jolanda terug komen van het plaatsje bekijken kunnen we bij een BBQ aan boord van de Dolfijn bijkletsen. We zijn de laatste drie weken ieder ons eigen gang gegaan. Nu kunnen we samen optrekken richting Nederland. Morgen gaan we eerst met een OV dagkaart Cornwall verkennen. We rijden door het landschap en bezoeken diverse plaatsen zoals Exter, Torque, Bridstone en nog wat andere plekken. Daarna met de ferry terug naar Dartmouth en dan in de regen met de bijboot terug naar de boot. Het was een mooie en vermoeiende dag.
Komende twee dagen liggen we hier verwaait. De wind blaast hard uit de zuidwest en dan staat er een vervelende zee voor Portland, daar moeten we toch omheen naar Weymouth. Misschien kunnen we zaterdag. Verder nu gaan we het plaatsje Dartmouth verkennen. Het is een gezellig druk plaatsje met veel toerisme. Er rijdt nog een echte stoomtrein langs het water en op het water vaart een stoomboot. Wij lopen naar een Lidl supermarkt aan de andere kant van de plaats en boven op een hoge berg. Het wordt een fikse wandeling. Met de tong op de schoenen komen we weer thuis. Zo dat was een goede workout. Nu eerst even uitpuffen.
Ook vrijdag gaan we niet varen, de voorspelling van harde wind is nog steeds van kracht. We hangen een beetje om aan boord gaan later nog naar het stadje voor wat inkopen. Regelmatig vallen er fikse buien. Sietse heeft het plan opgevat om de rivier op te varen naar Totnes. Deze tocht van 8 mijl met de kans om flink nat te regenen vinden wij geen goed idee. Bovendien 4 uur in de bijboot met een rammelende motor daar word ik ook niet blij van. We horen vanavond de verhalen wel hoe het gegaan is.
’s Avonds als we samen eten horen we de verhalen van Sietse. Nou hij is niet ver gekomen. De wind blies hard tegen dus kopjes op de golven en een hoop gespetter. Bovendien begon het hard te regenen dus omdraaien en terug. Dan maar wandelen denkt Sietse, de berg op en naar de Lidl om inkopen te doen.
Intussen hadden wij met Jolanda de afspraak gemaakt om te gaan winkelen en voorraden aan te vullen in het plaatsje. Terug aan boord de boel op geruimd en eten klaarmaken want vanavond komen Sietse en Jolanda bij ons eten. Aan tafel horen we van Sietse dat hij naar de supermarkt is geweest en daar de boodschappen gedaan heeft die wij ’s middags al gehaald hadden. Nou ze hebben voorlopig genoeg te eten daar aan boord. We hebben er kostelijk om gelachen.
Zaterdag 19 augustus
Eindelijk is het beter weer. We kunnen verder naar Wehmouth. Het is een tocht van 55 mijl om Portland bill waarvan we de laatste 12 mijl tegen de stroom in moeten varen. We gaan vol goede moed op weg. Het gaat lekker stroom tegen maar met een goede wind. Na uren varen inmiddels stroom mee moeten we de keuze maken om de draaikolken heen naar Wehmouth te varen tegen de stroom in of door te varen naar Poole. Dat is dan 16 mijl verder en met de stroom mee. Dat doen we. Het is een goed idee van Albertien. We hebben soms een snelheid van meer dan 10 knopen over de grond en racen zo naar Poole waar we vrijwel precies met hoog water aan komen.
Als Jolanda de jachthaven belt voor een ligplaats, blijkt die vol te zijn. Geen nood er zijn meerdere jachthavens in Poole . Uit eindelijk lukt het voor de hoofdprijs 44 pond voor een nachtje aan de steiger maar dan heb je wel een lekkere douche. Als je stroom in deze haven wil kost dat dan weer 3,5 pond! Gelukkig hebben we zonnecellen en dus geen stroom nodig. De volgende dag het plaatsje in wat rondgekeken en brood gescoord. Wij willen wel verder nu op weg naar de Solent. Daar hopen we broer Hennie met partner Trijnie ontmoeten. Zij gaan met Trimaran Yana voor onbepaalde tijd de wereld rondzeilen.
Dus wij op weg naar de Solent. Het gaat voorspoedig. Alleen bij de Needles aan de ingang staat een ontstuimige zee. Het is tij tegen wind, want we zijn nog net te vroeg hier. We worden flink door elkaar geschud en liggen stevig te rollen maar komen er zonder problemen doorheen. Vervolgens varen we naar de mooie anker baai bij Newtown op Wight om de nacht door te brengen.