Op weg naar de Middelandse zee
We liggen inmiddels al weer een aantal dagen verwaaid in Chipiona elke nacht en ochtend regent het dat giet en na de middag knapt het weer een beetje op. Dan kunnen we er op uit naar het stadje. Rondkijken, boodschappen doen en dat soort dingen.
Tijdens ons internet momentje bij het lokale restaurant van de jachthaven ontmoeten we een paar Duitse mensen die hier met een camper staan. We raken aan de praat en horen dat zij hier al jaren rondtrekken en wat ze de mooie plekken vinden. We gaan later nog een keer bij elkaar op visite. Het was een leuke ontmoeting.
Albertien ontdekt een kleine garage met een groot assortiment accu’s. En aangezien wij nog steeds met een defecte accu zitten gaan we op onderzoek uit. Ze hebben de type’s die wij nodig hebben. Er staat alleen niet semi tractie op maar wel heel betaalbaar. Dus wikken wegen wat te doen? Beide vervangen of alleen de defecte, verder zoeken naar semi tractie? Volgens de garage mevrouw, een lief en behulpzaam mens ze spraak alleen spaans, kon ze die wel bestellen alleen waren ze de dubble prijs en moeten we er een dag of 5 op wachten.
Uiteindelijk vervangen we alleen de defecte. Mede omdat we denken dat de oude bij nader inzien ook geen semi-tractie types waren. Dat vervangen was nog een hele toer, want er moeten een heel stel kabels los en een deel van intrieur ‘gesloopt’ om ruimte te maken om ze te kunnen wisselen. De oude accu krijgen we er met veel gepuzzle uit. Daarna naar garage de nieuwe kopen en die willen ze best bij de marina afleveren.
Het probleem is alleen dat niemand de accu kan brengen. De garage dame belt papa op met het verzoek of hij met de auto de accu even wil brengen en zo wordt het na een stief kwartiertje wachten opgelost.
Nu de boel laden en het lijkt allemaal er goed. In rust na een nachtje de koelkast en de verlichting bijgehad te hebben, staan ze ’s morgens nog op 13 volt. Het is lang geleden dat ze het zo goed deden.
Een ander verschijnsel is,dat we onder de boot een geknisper horen. Eerst dacht ik dat het visjes waren maar later vermoed ik dat het pokken zijn die zich aan het schip hechten en daar ben ik niet blij mee. Nu afwachten of het zo is.
Weerkaarten bekijken, we willen wel weg. Woensdagnacht; de strond waait van de dijken en de oceaan is woest. ’s Morgens tegen 9.00 uur zakt de wind iets in en trekt aan in buien. Wat doen we? Toch nog maar een dag wachten. En hopen op vrijdag dan lijkt het echt goed weer te worden. Iedereen klaagt over het weer. Dat is hier nooit zo slecht om deze tijd. Overigens genieten ze nu in Nederland van top weer. Het kan verkeren.
Vrijdag kunnen we eindelijk op weg naar Cadiz. Eerst op de motor tegen de zuiden wind in naar buiten om het mijnenveld van rotsblokken heen, dat hier voor de kust ligt en dan is het bezeild naar Cadiz. Het is niet zo ver en we komen in de middag aan. Een ligplaats zoeken, inschrijven en de stad in op zoek naar een info centrum. Want ik (Joop) wil naar Flamenco dancers. We treffen het. Ze treden op vrijdag op en dat is het vandaag.
Wij gaan de stad in rondkijken, want we moeten de tijd zoet brengen en wachten tot half tien dan gaat de zaal openen. Dus terrasje biertje, snackje en zo komen we de tijd wel door. Nog een stevige wandeling en dan is het zo ver. De zaal heeft een hoog dorpshuis gehalte en het is een gezellige boel met veel lokale mensen. Ze hebben hier een wonderlijk kaartjes systeem. Je koop een kaartje voor 5 euro en dan mag je twee passen later het kaartje weer inleveren bij een meneer. Wanneer je iets te drinken wilt halen of naar het toilet gaat . Geeft die man je een ander kaartje waarmee je naar buiten kan en er weer in. Het lijkt omslagtig, maar het werkt wonderwel. Dan tegen tienen begint de show. Het is prachtig! Indrukwekkend hoe een gitarist en twee mannen die handen klappend het geheel begleiden. De danseres is een struise dame die de dansen met verve brengt. Na de pauze toen er veel al weg waren was er nog een dans optreden van het zusje van de danseres. Het was een heerlijke avond ik heb er van genoten. We lopen door een roezige stad terug naar de boot.
De volgende dag we willen verder. We hebben de afgelopen weken nogal wat dagen verwaaid gelegen. (mischien toch maar een camper kopen)
We gaan naar Barbate. Hier zijn we 2007 ook geweest maar toen was het nog een klein knus haventje met veel groen er om heen. Nu een gigantische jachthaven, half leeg en veel te ruim opgezet. Maar verder prima in orde. We lagen er naast een motorkruiser die een Spaanse familie net aan geschaft had en waar ze er apetrots op waren.
Verder treffen we er een paar Engelse mannen waar mee aan de klets raken en die later mee geborreld hebben bij ons aan boord. Wel een leuk stel mannen. De eigenaar heeft de boot al een tijdje in de Algarve liggen maar wil nu naar La Linea naast Gibralta om de boot daar een jaar te laten liggen en er af en toe naar toe te vliegen. Kost vanaf Londen 30 tot 70 euro geen geld.
De volgende dag varen we naar La Linea dat is het Spaanse gedeelte wat tegen Gibratar aan ligt. Ook weer een gigantisch jachthaven, half leeg maar wel goed verzorgd al moet je ook wel ver lopen naar de douche of het kantoor. Wij gaan nog even de stad in. Het is eerste pinksterdag en er is niet veel te beleven. Morgen gaan we naar Gibralta; de rots bezoeken en naar de apen.
Als we de volgende dag naar de grens lopen vinden we het nogal druk en als we door de douane heen zijn en bij een info loket vragen of we niet beter morgen de rots kunnen bezoeken zeggen ze nee het is nu rustig, morgen komen er drie cruisschepen en dan wordt het pas echt druk. We kopen tickets voor een bustocht er heen, want anders wordt het een hele klim naar boven. Het busje brengt je overal en er wordt veel over rots verteld. We bezoeken St. Michaels cave, een prachtige druipsteen grot, die ze vol ‘sfeer’ verlichten met allerlei lampen afwisselend van kleur. Ook is er een theater ingebouwd. Sence of place? Daarna gaan we via de apen en het hoogst bereikbare , toegestane punt, waar ook de apen zijn en later naar de ondergrondse gangen, van waaruit de Britten hun rots steeds verdedigt hebben in de diverse oorlogen. Het was een leuke en interessante tocht. Ook het bezoek aan de apen vond ik erg leuk. Albertien was, ondanks het kleuren spektakel, meer onder de indruk van de grot.
Dindsdag 17 mei.
We blijven nog een dag hier en dan vertrekken we naar het oosten. Onze bestemming wordt; Marabella. Veel van gehoord, nooit geweest dus nieuwe plekken ontdekken. Het is een echt toeristencentrum. We liggen ten oosten van de stad in een gedeelde visserij en jachthaven. Een verassend leuke plek net buiten de loop van het toerisme. Een mooi rustig haventje met veel lokale mensen, een uitstekende douche en voor een prijsje van 10.50 euro.
Natuurlijk nog wel even het toeristen leven van Marabella door gewandeld. Er is een grote massa mensen, die zich hier laten vermaken en van de Costa del Sol genieten. Het weer is aangenaam. Wij gaan weer naar de boot en willen morgen op tijd vertrekken maar er is geen spat wind. Toch maar weg, we kunnen stukken zeilen maar de meeste mijlen zijn op de motor gemaakt. Eind van de middag aangekomen in de haven van Malaga een grote industrie haven met een klein stuk voor lokale boten. En aan de buitenkant een splinter nieuwe jachthaven waarvan wij denken, dit ziet er duur uit. De ontvangst is uiterst onplezierig. Een schreeuwende de havenmeester, eerst was er geen plaats en later weer wel. Onduidelijk over de prijs en toen we het gingen uitzoeken was het maar liefst 55 euro. Doei havenmeester we gaan wel verder naar een andere haven.
Gelukkig is er drie mijl verder een ander haventje. Het is klein en ondiep volgens de pilot. Albertien belt voor de zekerheid eerst op. Maar de havenmeester spreekt alleen Spaans en zegt dat we te groot zijn en hij geen plek heeft. We denken dat dit een misverstand is en gaan het toch proberen. Anders moeten we nog weer 16 mijl doorvaren. Wanneer we er binnen varen en de hartelijke havenmeester spreken mogen we er afmeren op een mooi plaatsje. En dat voor een bedrag van 26 euro, dat staat ons meer aan.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan en we willen verder naar Caleta del Velez. Daar is ook weer een betaalbare haven en hier is verder niks te beleven. De wind is tegen, pal oost en het waait stevig. Een reef in de zeilen en op weg. De zee is een enorme klotsbak en de voortgang is slecht. Uiteindlijk de motor bij en motorzeilend verder. Wanneer ik naar het strand kijk, zie ik dat het water daar veel vlakker is. Dus naar de kant en als we minder dan tien meter waterdiepte hebben, is de zee bijna vlak. Nu schieten we flink op.
In de haven aangekomen moeten we eerst afmeren aan meldponton omdat het siesta is en de mensen om 16.30 weer paraat zijn. We krijgen een plaats toegewezen maar moeten nog wel even wachten tot de havenmeester klaar is met de haven schoonmaken wat ze ook 2 keer per dag doen alle troep uit de haven vissen met een schepnet. Dan kunnen we met behulp van de havenmeester afmeren met de neus naar de kade en dan een lijn oppikken die van de kade naar een zware ketting die op de bodem verankert ligt zodat je je schip vrij van de kade kunt houden. Eind van de middag ga ik even te water het 20.4 graden en ik wil kijken of er pokken onder het schip zitten dat valt gelukkig mee gauw er weer uit de haven is niet zo schoon, een lekker douche en weer een tevreden mens.
We willen twee dagen blijven omdat er dan weer westen wind komt. En als we de weerberichten bestuderen blijkt de wind het helemaal laat afweten dat wordt 50 mijl op de motor niet leuk. Inmiddels had ik al afgerekend met de havenmeester en als we nog eens nadenken over wat te doen, besluiten we een auto te huren en naar de stad Granada te rijden om het grote paleis en moskee Alhambra te bezoeken. Ook deze keer hebben we weer een grote auto voor de prijs van een kleintje. Het is een Crysler en hij zit vol met krassen, zien we er wel lokaal uit , want veel auto hebben hier een beschadiging. De weg er na toe slingeren we door de bergen en brengen een bezoek aan de Serra Nevada, een prachtig gebergte met sneeuw op de toppen.
We maken een mooie rondrit om daarna een parkeerplek buiten de stad te zoeken. Er is binnen bijna geen plaats of erg duur volgens de verhalen. En als we dan met de bus naar de binnenstad rijden ontdekken we dat we de kaarten van het museum en rondrit door stad niet in de tas hebben! Wat nu? Waar zijn ze? Ik heb ze van morgen in de tas gedaan. Ze moeten er in de auto uitgevallen zijn met iets uit tas pakken, denken we Ik terug met de bus naar de auto. Daar vind ik ze gelukkig in een andere tas dan waar ik ze ingestopt had. Albertien had er in de haast om de bus te halen, wat spullen uitgelegt die we niet nodig dachten te hebben en daar zaten de kaarten tussen.
Weer een volgende bus gepakt en Albertien opgezocht en dan kunnen we de rondrit door de stad gaan maken langs al die oude gebouwen met het bijbehorende verhaal wat overigens slecht te verstaan was, om daarna een rondleiding met een gids in het Alhambra te krijgen. Wat een geweldig bouwwerk en wat een versierselen hebben de mensen er in die tijd van gemaakt, indrukwekkend.
Als we onder indruk weer buiten staan het is inmiddels 22.00 uur. We wandelen nog even door de stad en zien dat het een hele mooie stad is. Komen op een plein waar demonstraties flamenco dansen wordt gegeven. Daar blijven we nog een tijdje rondhangen, moeten dan toch weer terug naar de boot en dat is nog ruim een uur rijden. Terug op de boot nog even een afzakkertje en te kooi.
De dag er op we hebben de auto nog en besluiten toch weer naar Granada te gaan. Er is nog zoveel te zien. De oude islamitische wijk met alle trappen en stegen en de binnenstad. Na er de hele morgen er rond gezworven te hebben, gaan we terug naar de auto en maken nog weer een rit door de bergen. Onderweg stoppen we even voor een late lunch op een terrasje. En als we weer onderweg zijn zo’n 15 kilometer de bergen in ontdekken we dat de fotocamera vergeten bij het cafetje. Gauw weer terug, misschien hebben ze ‘m gevonden en bewaard. Maar 15 kilometer in de bergen met haarspeld bochten gaat niet zo snel. Bij het cafetje aangekomen hadden ze gelukkig de camera gevonden en waren ze blij dat we die komen halen.
Een beetje aangeslagen door onze domme fout gaan we weer opweg. Al rijdend komen we door prachtige berglandschappen met leuke kronkel weggetjes met haarspeld bochten. Wanneer we weer eens zo’n wegtje binnendoor nemen en al een heel eind afgedaald zijn komen we op een onverharde weg uit die zeker nog 10 kilometer door de bergen slingert. Dit wordt te dol. Dan maar weer terug naar boven en een andere weg nemen. Spijt van deze detour hebben we niet. Het was wel een mooi stuk landschap waar door heen reden.
En dan gaan op weg naar de boot, nu via een korte route. we willen nog even bij de Lidl langs voor boodschappen en daarna de autro inleveren. Al met al een mooie dag met veel nieuwe indrukken. En prachtige landschappen in Spanje. Tijdens onze afwezigheid is er nog een Nederlands schip bij gekomen. Het is de Noorderzon met aan boord Carla en Klaas. Als we terug komen van de autorit en alle boodschappen aan boord brengen helpt Klaas Albertien met de spullen aan boord te brengen terwijl ik breng de auto terugbreng naar verhuurder. Albertien nodigt Klaas en Carla uit voor een borrel bij ons aan boord en zo horen we hun verhalen over wat zij allemaal doen.
Om alle indrukken te verwerken blijven we nog een dag in de haven rondhangen. Bovendien zit de wind nog in de verkeerde hoek. Morgen wordt de wind west en kunnen we weer verder. Nu eerst nog klusjes aan de boot. De watermaker nazien en smeren. Verder hebben we een stukje doek gekocht om Watervlo in te pakken tegen de zon anders droogt hij wel heel hard uit. Na wat gedoe hebben we Watevlo naar ons beider tevredenheid ingepakt.
25-5-16 eindelijk kunnen we weer verder. De wind is gedraaid en erg zwak. Vannacht heeft het nog flink gewaaid maar nu is die uit geblazen. Toch maar op weg. De haven uit op de motor. Helaas is er ook buiten geen spat wind dus het oliezeil maar bij houden dan komen we tenminste vooruit. Dat duurt tot twaalf uur ’s middags en dan begint de wind te blazen.
Het gaat lekker. Later moeten we zelfs stevig reven en aan het eind van de rit zakt de wind er bijna uit en liggen we een tijd op de nog ruwe zee te rollen en te klappen. Maar we komen toch op het zeil aan bij Almerimar, een grote haven waar we afmeren voor één of twee dagen. Tegen de ongeglooflijke prijs van 8 euro per nacht, zonder electriek dat dan wel weer.
Als we er liggen en de weerkaarten bestuderen voor de komende dagen ontdekken we dat er een raar systeem aan komt. Morgen zwakke wind maar zaterdag stormweer met 45 kts windkracht 8 dan moeten of snel doorvaren of hier blijven in een heel betaalbare haven en wachten op beter weer. Inmiddels ontmoeten we een Britse buurman die vorige jaar bij de Balearen gevaren heeft en er een hoop over kan vertellen. We nodigen hem uit voor happy-hour bij ons aan boord en horen dan over het wel en wee van Ibiza en Majorca. Over de zeer dure havens maar ook dat er veel mogelijkheden zijn om er te ankeren en daar zijn we blij mee.
’s Avonds horen dat het schip de Noorderzon die we in Caletta de Velez ontmoet hebben met aan boord Carla en Klaas ook in deze haven zijn binnen gelopen. We bezoeken ze en drinken nog even een wijntje. Ook zij blijven voor de wind even liggen. We besluiten samen met de bus naar Eljero te gaan. Het is een vrij grote stad hier in buurt. De grap is dat je daar op een lokale markt vis, vlees en groentes kan kopen, die je vervolgens bij een barretje brengt en daar wordt het dan voor je klaar gemaakt voor een bescheiden prijsje. Het was erg lekker maar wel vettig eten. In ieder geval een leuke belevenis en wij waren er een halve dag mee zoet.
Morgen zaterdag dan passeert de heftige westenwind. We zijn benieuwd wat dat te weeg brengt, we zien wel. Wel we hebben het gemerkt. De wind loeide aardig, alle boten liggen aan de touwen te rukken en dan ben je toch blij in een goede haven te liggen en niet achter je anker. We willen morgen misschien weg.
Maar de volgende dag is de zee nog veel te woest en de wind te hard. Jammer, want als we nu niet gaan, krijgen we weer oostenwind en liggen we weer een paar dagen vast. Wat te doen? Het wordt een autohuren met andere zeilers en er op uit. In de bergen rondtoeren naar plaatsen waar oa de Western “Once upon a time in the West” is opgenomen. Er is daar een heel dorp met decorstukken van de zo genaamde spaghetti westerns en westernshows. Alleen slaan wij dat over; te commercieel, dikke prijskaart en dus laat maar. Wij vervolgen onze weg door het berggebied. Het is een mooie rondrit we zien veel van de omgeving. De bergen zijn hier van verschillende kleuren en mooie vormen. Ook zien we ze hier letterlijk bergen veplaatsen op zoek naar marmer.
Nog een paar dagen wachten met wat klussen aan de boot, winkelen in de omgeving, tapas eten met een club zeilers en dan hopen we vrijdag als de wind zuidwestelijk wordt verder te kunnen gaan.
Dat lezen jullie in het volgende stuk wel weer. Voor foto’s onderstaande link.