Het zeilseizoen 2014 loopt anders dan we dachten. Afgelopen winter hebben we het plan op gevat om naar de Middellandse zee te gaan.
Daar de zomer te zeilen en de boot voor de winter ergens te stallen en dan volgend voorjaar daar weer verder te zeilen.
Maar het loopt anders. We hadden al veel vertraging met het opknappen van de boot en Albertien sukkelde met haar gezondheid. Waar achteraf, na diverse onderzoeken, een beginnende hernia achterweg kwam.
Volgens de medici die we raadpleegden moest het met veel liggen en lopen snel verbeteren dus besloten wij op 16 juni te vertrekken. Er van uitgaand dat het met korte stukken varen wel te doen zou zijn. En of je nu aan boord ligt of thuis, liggen kan je overal, dachten we.
Eerst naar Harlingen om daar nog wat zaken te regelen, haar moeder bezoeken en dan kunnen we op weg, samen met Jannie Blok een vriendin van Albertien, gaan we via Volendam naar Amsterdam. In Volendam hebben we een gezellige avond met zeilvrienden, die we in hoofdzaak veel in Curacao gezien hebben.
In Amsterdam wisselen we van extra bemanning en komt nichtje Hanne aan boord om mee te zeilen naar Scheveningen. Nou dat ging niet goed. Albertien had erg veel last van het rollen van de boot ondanks het mooie weer.
We blijven nog een dagje liggen in Scheveningen, en besluiten na overleg om te draaien. Albertien stapt op de trein naar huis en ik zeil de boot alleen terug naar Terschelling.
Onderweg had ik al gemerkt dat de keerkoppeling weer problemen gaf dus zat er weer een nieuwe klus aan te komen.
Terug op Terschelling moeten nog wat dingen geregeld worden en kan ik een belofte aan mijn kleinkinderen Daan en Maamke om met ze naar Vlieland te zeilen, na te komen. Zo gezegd zo gedaan Ik, Joop met Daan en Maamke voor een nachtje naar Vlie. Dat ging hartstikke mooi, goed zeilweer en niemand zeeziek. Helemaal top.
Terug in de haven moeten we stevig uitwijken voor een bruine vlootschip en moet de motor plots hard werken. Dat wordt de nekslag voor keerkoppeling. Dus de volgende klus, koppeling er weer uit en nakijken. Ik haal hem helemaal uit elkaar maar kan niets kunnen vinden. Wat nu??
Het is inmiddels een paar dagen en veel piekeren later, dat ik een monteur spreek, die denkt de oorzaak te weten. Hij zegt ik heb er geen tijd er voor maar kan er wel even naar kijken. Ik zeg tegen hem als ik morgen de eerste veerboot pak ben ik om half tien bij je past dat? Dat is prima, zegt hij. Zo gezegd zo gedaan. We bekijken samen de koppeling en hij constateert dat er te veel ruimte tussen de platen zit. Nou had ik dat gevoel ook wel maar alles voldoet aan de maten uit de documentatie van Yanmar.
De technische man kijkt nog eens kritisch en zegt aan het eind van de as zit een bronzen ring die wil wel slijten en ook dat geeft te veel ruimte tussen de platen. Ik bedank voor de tip en ga die optie bekijken.
Vervolgens bel ik Matthé, de partner van Albertien haar zus Janke, of ik bij hem terecht kan om eventueel een nieuw onderdeel voor de keerkoppeling te draaien. Dat komt goed uit hij had niets bijzonders voor die dag gepland en zegt, kom maar.
We halen de koppeling uit elkaar en zien inderdaad dat de bewuste ring versleten is. En laat dat nou net het stukje van de koppeling zijn dat ik nog nooit uit elkaar gehad heb.
We draaien een nieuwe ring voor de koppeling, zetten hem in elkaar en alles lijkt goed. De boel in de auto geladen en weer naar huis.
De volgende dag de keerkoppeling weer ingebouwd en dan testen het lijkt allemaal weer perfect te werken. Ik ben weer helemaal gelukkig. We kunnen weer plannen maken, nu om naar de Oostzee te gaan.
Nu Albertien nog niet hersteld genoeg is, biedt vriend Oeds aan om de boot mee weg te brengen naar de Oostzee. Dit komt in een versnelling daar hij ook al een vakantie op de Canaries geboekt heeft en dus alleen op korte termijn kan.
Nou zijn we als zeezwervers inmiddels gewend om snel plannen te maken en weer om te gooien, dus dat past wel in ons straatje. 15 juli vertrekken Oeds en ik, met als bestemming Sonderborg in Denemarken. We gaan eerst over het wad naar Ameland en daar naar buiten. Dat scheelt een stuk omvaren om de Noorder gronden van Terschelling. We hebben prachtig weer, het tij mee en de tocht loopt voorspoedig.
Bij Ameland durf ik niet binnendoor langs het strand te varen omdat er een stevige westenwind staat. Dus toch maar de geul naar buiten oppakken en keurig langs de uiterton er uit. En dan gaat de stroom tegen lopen. Met uitgeboomde genua voor de wind lopen we er goed door. De nacht valt en we lossen elkaar af. Het tij is weer gaan meelopen alleen de wind neemt af en we liggen vervelend te slingeren op de oude golfslag. Bij het aflossen van de wacht zetten we de motor bij want dit gerol is te vervelend en dat is niet goed voor ons. We varen inmiddels boven Spiekeroog.
De wind blijft weg zodat we tot Cuxhaven op de motor moeten varen. Daar maken we eerst een stop om van het geslinger bij te komen. We gaan morgen wel weer verder.
Dat wordt ’s morgens wel om 4 uur opstaan om naar Brunsbuttel te varen, het tij mee te hebben en het Kielerkanaal door te kunnen varen in 1 dag. Zeilen naar de sluis gaat net, hoog aan de wind . Bij aankomst staat de sluis open en kunnen we naar binnen. Dit is een geluk want ze zijn er mee aan het werk en we hadden op vertraging gerekend.
Nog nooit zo snel door deze sluis geschud, dat is een meevaller. En dan op de motor naar Rensburg. Daar stapt Marije op en vaart met ons mee naar Sonderborg. Onderweg nog even gestopt op een klein meertje om te zwemmen en af te koelen want we treffen het wel met het weer.
Daarna door varen door de Holtenau sluis, een ankerplekje bij Laboe gevonden voor de nacht en lekker geslapen. De volgende morgen op tijd anker op, want het is licht weer en we willen vandaag naar Sonderborg.
Eerst een stukje op de motor en dan lekker zeilen met een Marije windje. We zijn bijtijds in Sonderborg. Daar ’s avonds uit eten geweest, getrakteerd door Oeds en Marije.
De volgende morgen ga ik met de trein terug naar Rensburg, neem daar de auto van Oeds mee en rijd naar Harlingen. Ik kan gelukkig nog net de drie uur boot naar het eiland pakken. Oeds en Marije blijven nog 4 dagen met Zeezot rond zeilen in Denemarken. Tot 23 juli dan gaan we wisselen.
Ik los Oeds en Marije af met Matthe. Wij gaan verder Denemarken in. We maken mooie tochten. Eerst naar AAroesund waar de haven helemaal vol ligt met kwallen. We varen door een kwallensoep naar de ligplaats. We hadden naar het naast gelegen eiland gewild maar daar was geen plaats meer helaas. Tja het is dan ook hoogseizoen.
Onze volgende bestemming wordt Soby op het eiland Aeroe. Eigenlijk had ik een andere plaats in gedachten, maar ik vergiste mij in de aanloop. Soby is ook een leuke haven niet zo toeristisch en dat is ook wel lekker. Mooi stuk gewandeld, dat is goed om de spieren op gang te houden.
Als we verder zeilen gaan we onder het eiland Fun door en stoppen voor de nacht bij Svenborg, een vrij grote stad. We hadden vandaag weer een prachtige zeilerij; mooie wind en bloedheet. We varen al dagen met de bimini, het zonnetentje, op de boot om wat schaduw te hebben.
Van Fun gaat het naar Omoe een klein eiland en leuk om te bezoeken. Ook dit is een populaire bestemming. De haven is overvol en het is er bloedheet. Wat ons naar het strandje jaagt om even lekker af te koelen en te zwemmen. En ’s avonds, als het afgekoeld is, lopen we naar de andere kant van het eiland. Het blijkt een fikse wandeling te zijn naar de vuurtoren. Op deze manier is het eiland toch niet zo klein.
Het volgende doel is de binnenzee onder Sjaeland oversteken en dan te stoppen in Stubeköbing op Lolland. Een plaats zonder allure maar wel puur Deens. Ook daar gewandeld en wat etenswaar gekocht. We gaan uit eten, fish en chips lekker vet met veel paneermeel. De vis was matig en het lag als een blok in de maag.
Ja we hebben een beetje haast want de dames komen aan boord in
Stralsund en we moeten daar wel vrijdagmiddag aankomen. Maar eerst maar naar Gedser het zuidelijkste puntje van Denemarken vandaag. Een mooie wind en we kunnen er met mooi briesje met de genaker naar toe zeilen.
De volgende dag. We hebben een mindere dag. Eerst geen wind en dus een groot deel op de motor. Later komt er gelukkig nog wel een mooie bries om toch op tijd in Warnemunde aan te komen. We zijn weer in Duitsland. Een gezellige havenplaats met veel scheepvaart verkeer, allemaal ferry’s naar Denemarken en Zweden. Daardoor zijn er veel toeristen, die rondhangen en zich laven aan de boulevard. Wel gezellig.
De dag erop een lange rit naar Barhoeft, een klein haventje 51 mijl verder over zee met een stevige wind. Het eerste stuk liggen we wel erg te rollen, maar als we om een kaap varen en de koers 90 graden kunnen verleggen wordt het rustiger. Het haventje is erg gezellig. En ook daar gaan we weer wandelen. Matthe trakteert op eten bij het enige hotel. Het smaakt lekker met een lokaal biertje erbij, weer helemaal top.
Inmiddels is het vrijdag en willen we vandaag in Stralsund zijn voor de dames. De weg er naar toe is niet zo ver maar de wind staat inmiddels tegen recht op de kop en je kunt hier amper buiten de vaargeul want het erg ondiep er naast soms maar 40 cm. We zijn ruim op tijd binnen en gaan nog achter een nieuwe regelaar aan voor de zonnecellen. De oude heeft het begeven. Ik heb hem tijdelijk doorverbonden zodat hij wel laadt, maar er moet eigenlijk wel een nieuwe op. Na een groot deel door de stad gelopen te zijn, komen we toch met lege handen terug. Het is hier niet te koop. We moeten ons er voorlopig maar mee redden en een beetje meer op de laderij letten. De dames komen om 8 uur aan. Ik ga eten maken voor ons en onder tussen kunnen we gezellig bijkletsen.
Nu we met z’n vieren aan boord zijn moeten we wat inschikken en wat beter gaan opruimen, dan met twee man, om het leefbaar te houden. We besluiten morgen naar Lauterbach te gaan. Dit plaatsje ligt op het eiland Rugen.
Ik had de wekker gezet op 07.45 want de brug in Stralsund draait maar een paar keer per dag en dat is in de ochtend om 5.20 –8.20-12.20, dus de sprongen zijn groot. Maar goed ik ben op tijd wakker, half zeven, en denk, ik ga er uit. Dan heb ik rustig de tijd voor de brug. En met de gedachte dat het half acht is rammel een ieder uit het bed met mijn lawaai en varen we naar de brug. Ik vind het wel verdacht stil om ons heen tot ik achter mijn vergissing kom. Enfin, nu hebben we in ieder geval alle tijd om te ontbijten, hangend aan een meerpaal bij de brug. Ik geloof niet dat iedereen even blij was met mijn actie maar we waren op tijd voor de brug.
Het wordt een pittige tocht naar Lauterbach aan de wind met een stevige bries en veel water over het dek. We lagen behoorlijk dwarszee’s te rollen iets wat Albertien haar rug niet erg op prijs stelde. Janke en Matthé hadden gelukkig nergens last van. We hebben lekker gezeild, komen mooi op tijd aan in de haven en vinden een mooie, maar onrustige plek. Gelukkig neemt ’s avonds de wind wat af en valt het allemaal wel mee. Heerlijk uit eten geweest, getrakteerd door Matthé.
Ja waar gaan we nu heen? We twijfelen over de uit te zetten koers, we willen niet te woest voor Albertien haar rug, maar ook een leuk stuk zeilen. Dat lukt. We gaan richting Greifsfeld en Wieck. Dat lijkt ons wel leuk. Het zeilen gaat prima. Het is erg warm en we zijn vroeg daarom eerst voor anker. Ik ga lekker zwemmen om af te koelen, de rest twijfelt maar het water is heerlijk. Dan weer anker op en een plaatsje gezocht in de haven van Wieck. Het is overvol. We vinden een plekje aan een stuk vervallen kade en liggen daar prima. Tegen de avond ontwikkeld zich een stevige bui met wat onweer en regen maar de volgende morgen is het weer mooi weer. Het kan niet op, we hebben al weken mooi weer. Top zomer!
Maar aan alle leuke dingen komt een eind, we moeten weer terug naar Stralsund want daar staat de auto van Janke en Matthé en die moeten weer naar huis en aan het werk dus nog één ritje samen zeilen. Ook nu moeten we weer wachten voor de brug dat doen achter anker op een mooie plek. Daarna op tijd door de brug en naar de jachthaven waar onze wegen weer scheiden. Zij gaan met de auto naar huis en wij blijven met z’n tweeën achter. Wel even wennen. We gaan meteen bedegoed en kleren wassen, want het is rustig in de wasserette. We moeten wel erg lang wachten op de droger door een ander in gebruik. Die blijkt zo vervuild dat het eindeloos duurt. Dus maak ik hem eerst maar schoon en dan gaat het snel. Al met al kost het me wel de hele avond voor alles klaar is. Eén geluk, de munt automaat is stuk en daardoor is alles gratis.
Nu we weer met z’n tweeën zijn gaan we nieuwe plannen maken. Waar we willen heen? En hoe zijn de windvoorspellingen?
We hebben ’s avonds de Nederlandse buren uitgenodigd op de borrel want ’s middags ging het aankomen wat rommelig. We waren net lichtjes kussend afgemeerd of Janke en Matthé pakken hun spullen omdat ze in de avond nog naar Zwolle willen rijden. Wij gaan meteen de stad in om boodschappen te halen.
Maar goed, gezellig met de buurtjes gepraat en die weer weg. Wij rommelen nog wat en gaan pitten. De volgende morgen zijn onze buren al lang weg voor wij aanstalten maken. We halen nog wat boodschappen varen naar de brug.
Onderweg wordt het plan geboren om naar Gager te gaan maar omdat het daar lage wal is, veranderen we van gedachten en gaan naar Zickersee, een baaitje onder Gager.
Als we aankomen zien tot onze verbazing de buren Marian en Romke er voor anker liggen. Wij willen in het haventje gaan liggen, zodat Albertien een stuk kan lopen. De haven is behoorlijk vol met kleine bootjes en er is eigenlijk geen goede plek voor ons. Dus gaan we bij de buren van gisteren voor anker.
’s Avonds bij Romar op de koffie. We horen van de plannen dat ze hopen in de toekomst lange reizen te kunnen gaan maken. We wisselen veel wetenswaardigheden uit over het cruisen met een zeilboot, erg leuk.
De volgende dag wordt de bestemming Wolgast. Een haven met een beladen naam, omdat er vroeger U boten en V2 bommen werden gemaakt. We meren voor de brug af in een jachthaven, wandelen nog even door het stadje en eten ergens een pizza.
In de morgen door de brug. Dit is één van behoorlijk formaat door de snelweg en de trein en er moeten ook nog flinke zeeschepen doorheen kunnen. Er staat een zwakke wind en die is ook nog tegen dus een groot deel op de motor gevaren. Tegen koffietijd afgemeerd in het dorpje Lassau daar even rondgewandeld. Weer verder nu naar Pinnow. Ook daar weer een brug. Hier zijn we om 13.45 een uur te laat en dat betekend wachten tot 16.45 voor hij weer draait. Dus anker er in en klussen aan de boot doen die waren blijven liggen, ook nuttig.
Eenmaal door de brug kunnen we weer zeilen en gaan naar Ueckermunde een plaatsje waar we goede herinneringen aan hebben van de vorige reis. Toen zaten we zonder propaan gas om te koken en nu is één fles weer leeg dus kunnen we die laten vullen daar.
We meren weer af bij lokale zeilclub een gezellige haven. We zitten nog lekker te genieten van de mooie dag. De havenmeester was al naar huis maar die zien we morgen wel.
Als ik mij de volgende morgen aanmeld en vraag waar ik gas kan krijgen bied de havenmeester ook deze keer spontaan aan om me even met de auto naar het vulstation te brengen want het is zeker 3 kilomater lopen. Van ons krijgt als bedankje een zelf gemaakt potje cranberry jam en daar is hij blij mee. Zelf lopen we nog even door dit verrassend gezellige plaatsje.
We gaan weer verder. Nu naar Polen met de gedachte aan Szczecin. Er staat een lichte wind, dat is wel lekker drijven maar opschieten is er niet bij. Met deze snelheid wordt het na middernacht voor we er zijn. Dus vaarplan bijstellen en nu een andere bestemming kiezen. Het wordt Wolin een klein plaatsje aan zuidwest kant van Polen.
We lopen het plaatsje aan het eind van de middag binnen echt een lokaal plekje waar bijna geen toeristen komen op zich wel weer leuk. Aan de overkant is een semi primitief dorp waar mensen zich gedragen alsof ze in de Middeleeuwen zijn. De boten en huizen zien er ook zo uit de plastic water flessen niet. Wolin zelfs heeft nog een hoog gehalte gebouwen en uitstraling uit de gesloten tijd van Polen.
Ja het was leuk maar niet wat we zochten en winkelen zat er ook niet in want alles gaat nog in zloty’s lokale munt en aangezien we maar even bleven hielden we de centen maar in de zak.
Wat gaan we nu doen is de vraag? Eerst maar naar Swinoujscie de havenstad en dan met prachtige zuidoosten windje naar Gager op Rügen. Al is er wel een draaiende wind uit het westen voorspeld.
Bij vertrek hebben we rustig weer. Mooie zuidoostelijke wind, de zeilen wijd uit en op de boom. Zo varen we tot ver in de drukke havenstad maar dan moet door de bebouwing de motor bij en varen we weer richting Oostzee.
Daar kan de boom er weer in en op weg naar Gager. En als we zo zeilen zie ik tot mijn stomme verbazing een 16 m2 zeilboot die in de haven aan het zeilen was achter ons aan zee kiezen. Ik dacht die gaat voor een tripje op zee maar hij houdt lange tijd de zelfde koers als wij!! Dat kan toch niet? Hier onder hoge wal gaat het nog maar straks verder op zee wordt het niet fijn aan boord.
Wij zijn inmiddels halverwege en er komt een zeer donkere lucht aan zetten. Daar komt de voorspelde weersomslag. Ik steek 2 reven, draai de genua een stuk in, kijk achterom en zie de 16m2 nog steeds achter ons zeilen. Die krijgen het zwaar zeggen wij tegen elkaar.
Dan barst het geweld los. Harde wind, regen en onweer. Van alles te gelijk wij kunnen onze bestemming niet meer aan lopen en besluiten naar Sassnitz op Rügen te gaan na een half uur is het ergste weer voorbij en blijft het alleen nog hard uit het westen waaien. Door het slechte zicht kunnen we van de 16m2 niets meer zien. Ik hoop dat ze terug zijn Swinoujscie
Wij zeilen verder. De nu westenwind is weer normaal, dus alle reven er uit en lekker zeilen. Als we nog 6 mijl te gaan hebben zien we een donkere rolwolk die er zeer verdacht uitziet. Ik draai de genua helemaal weg, berg het grootzeil op en start de motor en dan begint het te stormen en te regenen. De wind ruimt verder en is nu bijna Noord.
De zee wordt wild en de golven kort en hoog. De voortgang op de motor lijkt 3 knopen maar is over de grond 1.2 knoop. Dat schiet niet op dan komen we er nooit, dus zeil weer hijsen 3 reven en halve genua en dan varen we weer 7 knopen en zijn een dik half uur later in de haven. Zo dat was me het tochtje wel. En ja waar die 16m2 is gebleven weten we niet. We hebben onderweg nog wel een poging gedaan om een passerend Duits kustwachtvaartuig aan te roepen om hun te vragen naar ze uit te kijken maar deze reageerde totaal niet op onze oproepen.
Zo nu liggen we in Sassnitz een haventje, dat al lang op ons lijstje stond. Het weer blijft heftig dus alle tijd om hier rond te kijken. Eerst de kant op om het plaatsje te verkennen en plannen te maken voor morgen. We ontdekken dat je hier met de trein kan reizen.
De volgende dag gaan met de bus naar de andere kant van het eiland waar we op de Razende Roeland, een echte stoomtrein, stappen. Smokend en stinkend vindt hij zijn weg door het afwisselende landschap. En als we bij het eindstation zijn gaan met een moderne, snelle trein terug naar Sassnitz. Dat was een leuke tocht over het eiland. We hebben weer een heleboel gezien van het landschap. ’s Avonds nog over de boulevard geflaneerd.
Ja wat nu waar gaan we heen? Albertien wil graag naar Bornholm de wind zit west dus een mooie wind om er heen te gaan. Het gaat dan ook als een speer we zijn in zeven uur over, het was het tochtje wel. Vooral bij het aanlopen gaat het nogal tekeer. Maar alles komt goed en om 14.00 liggen zij met de kop in de wind aan meerpaal vast in Rónne. Er is geen goede plek in de haven en begint te gieten van de regen. Dus eerst wachten tot de bui over gewaaid is en dan op zoek naar een plek waar we kunnen liggen.
We zien een mogelijkheid aan een punt van een steiger maar er staat een harde dwarswind, dat wordt een hele toer. Tot ik bedenk om een lange spring op de middenbolder te leggen en dan het schip achteruit tussen de palen door te laten scheren. Met enig trekken en duwen lukt dat wonderwel.
We lopen aan het eind van de middag naar het stadje om daar rond te kijken boodschappen halen, dat blijft een terug kerende bezigheid. En dan weer snel terug naar de boot, want er zitten dreigende wolken aan de lucht en het kan elk moment weer gaan regenen.
De volgende dag waait het iets minder hard maar de wind blijft voorlopig zuidwesten zitten. Wat doen we? Het oude plan aanhouden om het eiland rond te varen en de verschillende haventjes aan doen of met deze wind naar Ystad in Zweden varen. Mede doordat de haven in R?nne inmiddels een oude bende is met gammele steigers waar je de hoofdprijs moet betalen en waar we niet nog een nachtje willen liggen wachtend op goede wind, besluiten we om te vertrekken naar Ystad.
Het wordt weer een heftig tochtje wat niet goed is voor Albertien haar rug. Ze krijgt door het geslinger van de boot meer last van de rug en dat is vervelend. Gelukkig kunnen we Ystad net in één keer bezeilen en komen tot onze verwondering aan in een prachtige, vernieuwde haven. Ik herinner me alleen nog de oude haven van 8 jaar geleden. Het ziet allemaal top uit en dat voor een redelijke prijs. We hadden onderweg naar Ystad vriend Folkert Kloosterhuis nog gebeld, want die zou met de camper naar Zweden gaan. Misschien zien we elkaar nog zeiden we, maar helaas kregen we geen contact.
We liggen nog maar net afgemeerd in Ystad of de telefoon gaat. Het is Folkert. Hij vraagt, waar zijn jullie? We melden dat we in Ystad liggen. Waarop hij zegt dat is toevallig wij staan een paar kilometer verder op. We spreken af dat ze ’s avonds op de koffie te komen. Dat is een gezellig weer zien, bij praten over de reis en andere dingen. Albertien stelt aan ze voor om de volgende dag een stuk mee te zeilen en dat lijkt ze erg leuk.
Er staat de volgende dag wel een pittige wind maar met 1 reef is het goed te doen. Als we verder komen neemt de wind behoorlijk toe nog een reef er in en de genua een stuk in draaien en door zeilen. We moeten wel het hele stuk kruisen en dat op zich is niet zo erg. Alleen de golven worden steeds steiler en de voortgang loopt terug. Wanneer we er bijna (3mijl) zijn gaat de motor aan en varen motor zeilend en laverend het laatste stuk. We zijn het gehobbel wel zat en Albertien krijgt weer last van de rug.
We lopen het kleine haventje van Smygehamn binnen. Daarbij raken we met het zwaard nog even de grond. Het is er ondiep in de ingang maar dan liggen in volkomen blaak water en dat is lekker. Dat je gewoon recht op staat je niet vast te hoeft te houden. Omdat wij aan de hoge wal liggen hebben we geen last van de stinkende gassen die in de haven omhoog komen. Een vreemd verschijnsel.
Na het eten gaan Folkert en Froukje met de bus terug naar Ystad en wij blijven weer met z’n tweeën achter.
Ja we willen toch maar verder en in de morgen is de wind meestal erg rustig. We staan daarom om 5 uur ’s morgens op en zorgen dat we zover mogelijk komen voor de wind wakker wordt. Eerst op de motor bijna geen wind later grootzeil erbij motor zeilen verder en zowaar om 8.15 uur liggen we al in het kanaal van Falstergo. Dat is een onverwachte, snelle en rustige actie. We moeten wachten voor de brug, die draait om 9 uur. We gaan door naar Kopenhagen want als de voorspellingen uitkomen, staat er de komende dagen een harde zuidwesten wind.
Als we in Kopenhagen afmeren na een stevige zeiltocht bij jachtclub Lunetten weten we dat we hier een paar dagen moeten blijven voor het weer. Ik vind het ook wel lekker om af en toe niet te moeten, gewoon te kunnen luieren en de stad te bekijken. Alleen hebben we helaas wel regelmatig last van dikke buien die overtrekken. De eerste dag dat we hier liggen komt Jette, de partner van Povl, op bezoek. Leuk om haar eens live te spreken. Povl vaart met Sweet Kiss in Ierland, die zien we dus niet al liggen we in zijn thuishaven.
Op een terugweg uit de stad plukt Albertien tot haar grote vreugde een bosje van wel 15 verschillende soorten bloemen.
Als het eindelijk wat opklaart willen we wel weer verder nu naar beneden richting Zuid Denemarken. Dinsdagmorgen gooien we los. Het waait nog pittig maar we proberen het wel. Als het niet gaat stoppen we in Dragør een plaatsje 7 mijl zuidelijker. Die stop wordt een noodzaak, want het water is erg onrustig met 3 reven en een halve genua stuiven we er door onder hoge wal. Op zee staan flinke golven, dat wordt stuiteren. Dus niet doen, gewoon afmeren in de haven en lekker ontspannen. Het blijkt een prachtig plaatsje te zijn.
Na een paar dagen verwaait gelegen te hebben gaan we toch maar verder. Het weer knapt de komende tijd niet op en voor morgen geven ze iets rustiger weer op, tijd om te vertrekken. We hebben de Duitse buren uitgenodigd voor happy hour en we besluiten samen met ‘s morgens om 6 uur te vertrekken omdat het dan nog rustig is.
De volgende morgen is inderdaad nog aardig rustig dus gaan we op pad. De buren zijn ook klaar en samen vertrekken we naar Klintholmhavn op Møn. Het wordt een heftige tocht. We zijn nog maar net buiten de haven of de wind neemt al toe. 3 reven in het grootzeil en een half ingedraaide genua en we gaan hard 7.5 knt. Alleen de zee is erg ruw, omdat de van de Noordzee komende vloed door opwaaiing hier een wilde zee geeft.
We zeilen vrij hoog aan de wind en dat gaat goed alleen niet comfortabel. Zo zeilen we door en als we om de punt van Møn komen lopen ons hoge golven tegemoet met wisselende winden van 10 tot 31 knopen. Kortom gedoe met te veel of te weinig zeil. Vlak voor Klintholm zakt de wind definitief in tot kracht 3 en dat op een woeste zee, dus de motor aan en een plek zoeken om af te meren. Eenmaal binnen haalt de wind weer aan.
De Duitse buren waren wat achter geraakt maar als we een tijdje in de haven liggen komen ze langs varen. Alleen wat doen ze?? Gezien het feit dat ze zondag in Flensburg in Duitsland willen zijn, gaan ze toch maar door. Wij vinden het wel genoeg voor vandaag en liggen hier goed. Ontmoeten een Nederlands stel die we al eerder tegen zijn gekomen in Ystad en vragen ze op de borrel. Daar gezellig mee gepraat.
De dag er op waait er nog een harde wind, maar nu uit het zuiden. Wij zijn op de bus gestapt en verkennen zo een stukje van dit eiland. Een prachtig omgeving, mooi glooiend en leuk om vanuit de bus te zien. In de grotere plaats Stege wat geshopt, dan weer naar de boot en zo is er weer een dag voorbij.
Ook nu loopt ondanks de harde wind de haven weer vol. Eén boot wil met alle geweld in een te krappe box liggen. Wel dat lukt dan ook met alle geweld, alleen staan de palen nu iets losser en verder uit elkaar. Of de boot daardoor smaller is geworden weten we niet.
Morgen zien we verder. En voor de boekhouding, het is inmiddels 22 augustus.
Het waait hard wind 6 tot 7 beaufort de zee is onstuimig en wild en zo wordt het 23, 24, 25 augustus. we wandelen hebben hapy hour met de buren puzzelen wat en zo gaan de dagen voorbij wachtend op betere wind het weer is prachtig mooie wolken luchten alleen een beetje fris.
Als we echt willen kunnen we natuurlijk prima zeilen flink gereefd komen we wel op de bestemming al ligt recht in de wind dat wordt gewoon een beetje stuiteren op de golven. Maar we hebben geen haast dus rustig wachten ook voor Albertien haar rug is dat beter.
Voor vandaag geven de berichten een beetje hoop afnemende wind en naar west draaiend we wachten af.
Het ziet er goed uit voor vandaag al waait het nog stevig, de wind zal afnemen we wachten met een ander Nederlands schip tot 11.30 en varen dan uit de wind is afgenomen alleen de zee is nog onrustig. En als we onderweg haalt de onstabiele wind al snel weer aan het is buiig weer dus 1 reef iets later 2 de rif er in en de genua indraaien en zo stuiteren we dan tegen de onstuimige zee in het gaat niet echt lekker.
Na een paar uur varen en enkele dikke buien starten we de motor en gaan we motor zeilend richting kust om wat beschutting te krijgen van hoger wal. Dat gaat wel beter maar de wind krimpt nog verder dat is niet fijn. Albertien vind op de kaart nog een heel klein haventje Hesnaes daar kunnen we wel in om op beter weer te wachten zegt ze. Goed idee ik ben het gestuiter ook wel zat. De andere Nederlanders die voor ons uitvoeren en al eerder de motor aan hadden zijn er ook heen gevaren.
En als we er afmeren is het heerlijk rustig. We gaan een lekker eind wandelen en rapen op de weg een stel appels van de grond en nemen die mee voor appelmoes. Vragen de Nederlanders Ditter en Martha om te komen eten bij ons, het erg leuke mensen van 76 en 73 jaar maar nog erg vitaal. We hebben een gezellige avond met elkaar.
’s Avonds zakt de wind helemaal weg en de volgende morgen is het eindelijk mooi rustig weer en geen vervelende golven tegen. En zo zeilen we ontspannen naar Gedser. Als we vlak voor de haven de motor willen starten maakt die veel lawaai en geen voortgang. We denken hoe kan en wat gaat er mis ik denk dat er wat in de schroef zit maar wat nu. Eerst de haven maar in op de zeilen, we kunnen het net aan lopen en komen keurig op de genua die bijna helemaal in gerold is op een ligplaats in de haven.
Dan moet ik eerst moed verzamelen, ik moet onder de boot duiken naar de schroef en het water is inmiddels afgekoeld naar 15 graden dus niet uitnodigend. En dan te water en ik duik naar de schroef maar er zit niets in draai hem rond en zie ook geen bijzonderheden, de bladen zitten er aan, het lager is goed alleen de anode is er af. Dat kan gebeuren wel erg snel denk ik nog. Uit het water wat achteraf mee viel wat kou betreft heb ik eerst een lekker hete douche genomen.
Als ik weer op temperatuur ben ga ik de motor verder controleren maar als is goed en in de vrij gaat het ook allemaal goed, maar in het werk maakt hij even een raar lawaai en daarna is het allemaal weer goed wat raar. Het blijft me bezig houden en het vertrouwen in de schroef is ook weg.
Achter ons zijn de Nederlanders Dinant en Adriane van de Bilbo afgemeerd die we al eerder ontmoet hadden op de boot van Ditter en Mart. We nodigen ze uit op de koffie ’s avonds en hebben een gezellige avond. Dinant bied nog aan ’s morgens te wachten op ons of de motor het doet anders sleept hij ons wel naar buiten.
We besluiten dat we eerst maar naar Duitsland varen dat is toch makkelijker dan in het Deens om wat te regelen. De volgende dag de motor gestart en het gaat helemaal goed varen de haven uit en zeilen naar het Duitse eiland Fehmarn naar het plaatje Burgstaaken waarvan we van het eerste Nederlandse stel een goed adres hadden gekregen om het schip uit het water te halen.
En dat is dan ook wel nodig want als we de motor starten om het plaatsje binnen te varen, zeilend blijkt het niet te bereiken, dan werkt de schroef helemaal niet meer. Hoe nu verder? We moeten recht in de wind door een heel smal vaargeultje naar het plaatsje. Er vaart een schip achter ons waar ik al een hele tijd mee aan het opkruisen was en die gaat ook naar het haventje. Ik roep de oude baas aan het roer aan en vraag om een sleepje dat is goed zegt hij en hij sleept ons keurig naar binnen tot bij een steiger. Ik bedank hem hartelijk hij zegt graag gedaan het was geen moeite. En hij verdwijnt naar een ander haven.
Het is ’s middags 4 uur als we naar de werf ga om te vragen of ze ons er uit kunnen halen voor controle van de schroef. Ik denk dat er een nieuwe op moet, omdat ik vermoed dat de schroef kapot is. De man in de winkel van de werf vraagt, moet hij er gelijk uit het kan hoor. Ik zeg, doe het morgen ochtend maar dan kan het dan allemaal rustig bekijken.
We liggen afgemeerd naast een ander schip dat vroeg weg wil en we hebben ze gisteren al gevraagd ons naar de kraan te willen slepen dat doen ze dan ook keurig. We geven voor de dienst een fles juttersbitter waar ze zeer blij mee zijn. Wanneer de mensen van de werf komen, tillen ze de boot er keurig uit zeer beheerst en netjes zetten haar in de takels op de kant en zeggen vertel maar wanneer je er weer in wilt. Nu kan ik de schroef goed bekijken en zie tot mijn grote verassing dat alle bouten waar de twee helften mee aan elkaar zitten er uit zijn, op 1 na die heeft gelukkig nog net alles bij elkaar gehouden. Wat een mazzel!
Allemaal nieuwe bouten er in, locktide eraan en een nieuwe anode. De oude was ook verdwenen de boel weer goed in elkaar gezet en hij werkt weer perfect! Een paar uur later en 250 euro armer is het allemaal geregeld en kunnen we weer varen.
Om te testen varen we op de motor naar Heilerhafen zo’n 8 mijl verder. Er is toch bijna geen wind, dus dat komt mooi uit. Het gaat perfect en we zijn zeer tevreden. Zo loopt het allemaal met een sisser af.
Heilerhafen is een leuk toeristisch stadje, daar hebben we wat rond gewandeld en geshopt. En dan de volgende dag maar weer op weg, want we willen richting Nederland, omdat Albertien haar rug blijft zeuren. Reden om terug te gaan naar huis, want daar kan ze toch makkelijker ontspannen. We denken dat ze daar sneller hersteld dan aan boord.
We hebben een prachtige zeiltocht naar Laboe in het Kielerford. We vinden een mooi plekje vinden in de haven en gaan dan het dorpje verkennen en vooral bewegen. ’s Avonds een was gedraaid op de jachthaven zodat we ook weer schone kleren hebben om aan te trekken.
Op naar het Kielerkanaal naar plaatsje Rensburg. Bij de sluis zeiden de sluismeesters over de marifoon dat we een uur moesten wachten. Maar eerder dan verwacht geeft hij wit licht, zodat nog hard moeten varen om op tijd er in te komen en de motor deed het perfect, het is gelukt. Nu door om de eerste 40 kilometer af te leggen van het kanaal. Als we in Rensburg aankomen is er een groot zomerfeest aan de gang. Veel gedoe met kermis en muziek en een vloot vikingachtige boten waar onderlinge wedstrijden in geroeid worden. Dik feest tot laat in de avond maar een hevige stortbui maakt er om 23 uur een eind aan.
Het kanaal is lang. We hebben nog 60 kilometer te gaan en als we 20 km voor Brunsbuttel zijn, zien we een mooie plek met meerpalen om te overnachten. Want in het haventje vlak voor de sluis is het ‘s nachts altijd erg onrustig door alle grote schepen die dan door de sluis gaan met veel motor geweld en lawaai.
’s Morgens om 6 uur wakker. Het is licht dus we kunnen wel gaan tot we naar buiten kijken, potdichte mist oeps!!! Nog even wachten en we duiken weer in bed om 7 uur trekt de mist wat op en gaan we. Onderweg nog wel even getwijfeld want de mist wordt dikker, we kunnen ongeveer 200 meter vooruit zien en met mist mogen plezierjachten hier niet varen. We gaan toch maar door en als we bij de sluis komen is het helemaal helder. We horen van een ander jacht dat op de mistige plek gesommeerd werd om te stoppen, omdat hij geen radar had.
We moeten even wachten en kunnen dan de sluis in, dat gaat voorspoedig. En dan is Cuxhaven net bezeild, ook dat is mazzel. Een mooi windje, net genoeg om niet te hoeven reven. Als we in Cuxhaven liggen, staan er een paar Duitsers op de steiger die ons hadden zien zeilen of ook aan het zeilen waren en die geven ons de complimenten dat het schip zo snel zeilde. Mooi meegenomen.
’s Morgens, het is inmiddels 1 september, willen verder naar Langeoog varen. We moeten vroeg op, 6.20 uur hoog water. We varen de haven uit en er staat een mooi noordoosten windje we kunnen zeilen en dat doen we dan ook. Het wordt een mooi bezeilde tocht naar Langeoog waar we ’s middags om 16.00 binnenlopen. Op het laatste stukje na alles gezeild. Na een wandeling op het eiland zitten we met een biertje in de kuip. En ’s avonds gaan we uit eten in de Kajute, het haven restaurant dat wordt voor mij een snitzel, formaat deurmat en een hele kluif. Albertien houdt bij een visje met salade.
We liggen in de haven met kop in de wind aan de buitenkant van de steiger, twee uur voor laagwater vallen we droog daar hadden we al rekening mee gehouden. Maar waar we niet aan gedacht hadden dat
’s nachts de wind draait naar zuidoost dus we liggen aardig te stuiteren tegen de steiger en zeker rond hoogwater. De volgende keer beter nadenken anders hebben weer een doorwaakte nacht.
En dan verder. Om 8 uur harde broodjes gehaald, lijnen los en op weg. Het wordt een mooi bezeilde tocht tot we bij Borkum de hoek om komen dan valt wind helemaal weg om later knal oost terug te komen het laatste stuk op de motor. En om 16.30 kunnen we afmeren in de haven van Borkum.
De volgende dag eerst met de bus naar de stad de boel verkend rondgewandeld en natuurlijk koffie met torte gehad. Dan wordt het weer tijd om naar de boot te gaan, want we willen met het staartje van het ebtij de Fissersbalje uit varen en dan met de opkomende vloed naar Delfzijl. Het wordt een pittige tocht, kruisend naar het vaste land. Maar het gaat voorspoedig zodat we om 15.30 het havenkanaal in varen. De wind valt weg door alle gebouwen dan de motor maar bij.
En als we op de motor varen verbazen we ons dat ondanks de toeren het erg langzaam gaat. Vermoedelijk weer problemen met de schroef. Dat is balen we komen met moeite voor de sluis. Achteruit gaat helemaal beroerd dus afstoppen met een landvast pff. dat ging maar net goed.
Toen we vastlagen een paar keer heen weer geschakeld vooruit en achteruit toen leek alles weer goed. Maar het vertrouwen is wel weg.
Na de sluis varen we naar Appingedam, hoe verzin je het ?? maar Albertien had gelezen dat het wel een leuk haventje moest zijn eerst een paar bruggen en dan nog een sluis en nog een brug en dan ligt er een schattig haventje heel gezellig en knus midden in het stadje. Wat een verrassing. Een prima winkelcentrum zij het dat het oude centrum is uitgemoord door de projeckt ontwikkelaars maar zo gaat dat tegenwoordig.
Ja en dan gaan we naar Groningen naar stad nog pakweg 11 mijl varen en dan komen we bij de stad waar we in de Oosterhaven afmeren. De weg er naar toe ging langzaam door de schroef problemen of er zit wat in of de bladen hebben geen goede spoed maar dat zoek ik op Terschelling wel weer uit dan zet ik de boot wel droog en kan ik het rustig bekijken.
We blijven twee dagen in Groningen Albertien haar zus Liesbeth en dochter komen op bezoek en zaterdag komen Ellen en Terry. Gezellig bijkletsen onder het genot van een hapje en drankje en natuurlijk de stad verkennen, de markt over en op een terrasje zitten.
Na twee dagen weer verder nu naar het Lauwerensmeer via het Reitdiep. Het is altijd een mooie tocht er na toe alleen jammer dat je tussen twee hoge dijken vaart. We vinden een leuke Marekrite ligplaats aan een eilandje. Heerlijk rustig genieten van de natuur. Mooie afsluiting van de zondag.
Maandag om 8 uur op weg nu richting Leeuwarden. Eerst een sluis bij Dokkumer Nieuwezijlen en door en dan door het kanaal naar Dokkum daar even een korte stop en weer verder naar Leeuwarden waar we om 15.00 afmeren in de Prinsentuin. Als we ’s middags door de stad lopen ontmoeten we Jaap en Alie tegen van het schip de Bull, mensen die we al op diverse plaatsen zijn tegen gekomen. En het altijd weer leuk om bekenden tegen te komen. Deze keer zijn zij op hun thuishonk bij cafe Fire.
Zij zouden ook naar de Middelandse Zee maar door ziekte moesten ze terug naar huis en de boot in Brest achter laten. Komende week gaan er weer naar toe om hem op te halen.
En wij gaan weer verder nu naar Harlingen we komen steeds dichter bij huis. We bezoeken hier nog vrienden. Het is altijd weer leuk om verhalen uit te wisselen.
En dan nog het laatste stuk naar Terschelling vlot door de sluis het is inmiddels hoog water dus tij mee naar de Meep al moeten we wel gedeelte laveren maar het gaat voorspoedig maar het is wel hard werken. We zeilen tot aan de haven van Terschelling samen met een Bavaria zeiljacht we komen tijdens het laveren steeds tegen de ene keer wij voor maar een volgend keer maar net hoe het tij meehelpt.
En dan weer thuis we kunnen terug kijken op een geslaagde reis hebben veel gezeild en vooral genoten van de reis.