Frankrijk van Brest tot Nieuwpoort in België
Na onze aankomst in Camaret gaan we de volgende dag naar Brest. In de nieuwe haven Chateau. Deze ligt midden in de stad en dat lijkt ons wel gezellig. Als later de omgeving verkennen ontdekken we dat er hier elke donderdag een havendag is. Niet bij de jachthaven maar bij de commerciële haven. Kraampjes te over met eten en drinken. Tot onze verbazing verkopen ze hier broodjes friet. We ontdekken een bakker en een wasserette, waar we de volgende dag dankbaar gebruik van maken. Janke en Matthe komen hier aan boord om een week met ons mee te varen. We vertrekken via Camaret naar de rivier de L’Aulne. En ankeren daar voor de nacht bij Ile Terrenez . De volgende dag is het weer zoals steeds wisselend en we varen door tot de sluis vlak voor Port Launey. Hier worden er lijnen door de sluiswachter aan gereikt, dat is nog eens luxe. Als we de sluis willen verlaten vertikt de gashandel het, er is geen beweging in te krijgen. We trekken de boot op de hand de sluis uit en na wat gemorrel en gedoe krijgt Joop de boel weergaande zodat we naar een ligplaats langs de kade kunnen varen onder een prachtige spoorbrug door. We hebben geluk, we liggen vlak voor de bakker en die is nog open op zondag ook. We doen ons weer te goed aan het lekkere stokbrood hier en Joop en ik genieten van een heerlijk gebakje. We maken een wandeling naar het volgende plaatsje en zien dat we de volgende dag daar vlakbij een supermarkt aan kunnen leggen. We slaan boodschappen in en vertrekken. Het weer is wisselend. Buien en zon. Als we weer op open water zijn kunnen we heerlijk zeilen. Janke en Matthe genieten volop van het zeilen en het bootjesleven. Voor ons is het heerlijk om even op beschut water te varen en rustig te wennen aan het varen met getij. Na een nachtje Brest vertrekken we om zes uur ‘s morgens richting Douarnez. Ook wij waren hier nog niet. We onderzoeken de diverse haventjes hier en besluiten tot de buitenhaven. We maken een wandeling door het plaatsje, doen boodschappen. Ik krijg mijn eerste echte zeilpak. Tot nu toe had ik de oude van mijn moeder, maar die liet aan waterdichtheid te wensen over en nu we weer in koudere streken varen is een goed pak wel nodig. Onze gasten trakteren ons die avond op een etentje. De volgende dag hebben we geen haast en verkennen het marktje vlakbij de haven. Onze oogst bestaat uit aardbeien, verse geitenkaas, knoflookolijven en Marokkaans aardewerk. Dat laatste hebben we indertijd niet in Marokko gekocht, omdat we er niet al die tijd mee wilden slepen. Dus nu in de herkansing kan het wel. Het is heerlijk zonnig weer en we gaan naar Morgat. Hier hebben we een prachtige avond met uitzicht op een stel Fransen die met een dolfijn door de haven zwemmen. De dag daarop is het lekker zeilweer in de ochtend en later zakt alles dicht. Miezer en mist alom. Sneu laatste avond voor Janke en Matthe en de donderdagse havendag. Wij vertrekken naar een andere haven in Brest omdat die dichterbij een bootjeswinkel is waar we een nieuwe handel voor de motor willen kopen. Ook in deze haven wordt volop gezeild en les gegeven. De zeilsport is populair hier.
We lopen in een half uur naar een supermarkt en krijgen op de terugweg een lift van een Fransman. Hij herkent ons als zeilers aan Joop zijn jas. Mooi gelukje met die zware boodschappen tassen. De rest van de dag weer miezer en mist net als de dag daarop, dus blijven we hier nog maar even. Eindelijk de site bij werken, spelletjes en klusjes doen. Zondag de 13 augustus vertrekken we naar Camaret. We moeten diesel tanken en schrikken ons rot van de prijs 1,55 per liter, dat is 30 cent duurder dan op de Azoren. Morgenochtend willen we naar L’Aber Wrac’h vertrekken, maar er komt een kink in de kabel. Bij Joop blijkt een kies los te zitten en we besluiten met het ochtendtij weer terug naar Brest te gaan voor een bezoek aan een tandarts. Helaas het is Maria Hemelvaart vandaag en alles is dicht. Dus een dagje Brest en morgen naar de tandarts. Dan blijkt dat alle tandartsen op vakantie zijn. De havendame heeft er wel 10 gebeld. Uiteindelijk heeft ze een afspraak geregeld in het ziekenhuis. We gaan er heen met de taxi en Joop is een uurtje later helaas een kies lichter, er viel niks meer aan te doen. Terug bij de boot met boodschappen gaan we er meteen vandoor. We willen naar Ile Molene. Binnen hebben we al iets stroom tegen, maar eenmaal buiten vliegen we er vandoor. Rare zee met draaikolkjes en struikelende golven. Maar snel gaan we met weinig wind. Om 17.40 uur zijn we er met miezer en pikken een mooring op. De volgende dag pompen we Vlo weer eens op en gaan we naar de wal. Het is een rustige plaats met voor ons wat Markenachtige associaties. Als we met vers brood bij de bij boot terug komen is het water flink gezakt. De boot van de maritieme politie ligt droog op zijn kant bij de kademuur. Ziet er wat dom uit. Na de lunch lopen we in het zonnetje het eilandje rond. Vooral aan de zuidwestkant is de hoeveelheid rotsen die hier droogvallen indrukwekkend. Ile Molene ligt tussen Ile Quessant en de vaste wal. Tussen de eilanden door loopt een vaarweg waar het onwijs hard stroomt. Sinds er hier een paar beroerde schipbreuken zijn geweest de afgelopen decennia mogen er door dit vaarwater geen grote schepen meer varen. Het ligt hier overigens overal bezaaid met wrakken, maar ja wat wil je ook met zoveel geniepige rotsen. Eigenlijk willen we weer verder naar Quessant maar het is ons te mistig. En als je bijna niks ziet maakt het ook niet uit waar je ligt. Het plan verandert en we gaan direct door naar het kanaaleiland Guernesy. Geen rotsen, maar open zee. Maakt het ook niet uit of het mistig is of niet. Met stralend weer vertrekken we bij het krieken van de dag. Wel op de motor er is geen of heel weinig wind. Al met al doen we er 26 uur over waarvan we er eentje kunnen zeilen. Bij aankomst bij Guernesey wordt het net weer licht. De zon komt met een spetterende lichtshow op. We kiezen er voor om buiten aan drijvende steigers te blijven liggen. Je kan ook de binnen haven in. Die heeft een drempel. Dat wil zeggen dat je er niet droog valt want er blijft altijd water staan , maar je kan er ook niet altijd uit omdat je niet over die drempel kan. In de buiten haven vallen we ook niet droog want daar staan genoeg water. het wiebelt er wel een beetje. De eerste dag komen we niet verder dan de bijboot opblazen naar de kant te varen en de boel verkennen. Gelukkig is de Franse invloed hier groot en dat levert dan weer stokbrood op. Op zondag gaan we met de bus het eiland rond. Eerst de buitencirkel en dan nog een binnen cirkeltje. Het is een volgebouwd eiland dat ons in de verte wat aan Bermuda doet denken. Mooie stranden en Brits. Geen kniekousen onder korte broeken hier , maar wel pubs en Bobby’s. Als we terugkomen zien we een Nederlands schip liggen waar we naast lagen in Terceira. De bemanning gaat net aan boord en we kletsen gezellig bij. Op maandag vertrekken we naar Herm, een eilandje op 5 mijl afstand. Het is wat zoeken naar het haventje. Het lijkt ons te klein voor Zeezot en aan de buiten kant zit een gemeen muurtje onderwater. We zoeken een meerboei op en wachten op laag water. Joop wilde hier graag droogvallen om de boot schoon te maken. Het water wordt steeds kouder, te koud om er in te gaan in elk geval. Helaas het droog vallen mislukt. Het is doodtij. En de plek waar het zeker zou kunnen, vertrouwen we niet omdat er rotsen liggen. De volgende ochtend lopen we het eilandje rond. Ook hier veel varens en braamstruiken net als op Ile Molene. Niet een super interessante bloemen weelde. Dan is er weer mist, omdat de wind in het noorden zit. Onze tocht naar Alderney vervalt daardoor, want 25mijl tegen de wind, in de mist en op de motor, dat lijkt ons niks. Als troostprijs gaan we lekker uit eten in Guernesey.
Voor we vertrekken haalt Joop nog antifouling, die is hier goedkoper dan bij ons. En we tanken rode diesel voor 0.69 pence per liter. Jammer dat de tank niet leger is, die hadden we onderweg hierheen voor de zekerheid uit de voorraad bijgevuld. Met de rode diesel mag je alleen in je vaste tank vullen.
24 augustus vertrekken we richting het noorden. We weten nog niet hoever we kunnen komen in verband met de stroom. Tussen Alderney en de vaste wal staat een fikse stroom die je niet tegen moet krijgen. We varen er mooi op tijd langs en besluiten in plaats van naar Cherbourg te gaan door te varen. De wind zal vannacht wat opsteken en dan hebben we genoeg vaart om tegen de eventuele stroom in te varen. Het wordt een heerlijk tochtje. Voorlopig onze laatste nacht op zee. In de avond komen we mooi voor het donker aan in Boulogne sur mer. Wat een trieste bedoeling hier. Voeren ooit de snelle ferry’s hier af en aan nu is het stil en roestig. Voor ons vertrek richting Nieuwpoort doen we onze laatste Franse boodschappen. Na een gunstige tocht komen we rond zeven uur aan In Nieuwpoort en daar staan Mieke en Luc van de Luiza ons op te wachten. Met hun zijn we indertijd samen vertrokken uit Mindelo voor de overtocht naar Barbados en zijn daarna ook nog met elkaar op getrokken. We hebben een gezellige avond aan boord van de Luiza. Als ik de volgende dag moeite heb om de toiletgebouwen in te komen, wordt daar open gedaan door Martha van de Pjotter. Wat een verassing. Zij liggen hier met pech aan hun stuurkolom, maar genieten van wat Nieuwpoort te bieden heeft. De stuurkolom moet opgestuurd naar Denemarken en tot die terugkomt liggen ze hier. De volgende dag eten we met z’n zessen bij ons aan boord. Dan vertrekken wij naar Oostende. Ellen en Terry komen hier gezellig aan boord voor een paar dagen.
We genieten met elkaar van Oostende en omgeving. Met het Kusttrammetje gaan we naar Blankenberge en Nieuwpoort, waar we heerlijk eten. Als ons bezoek weer naar huis is, gaan wij nog een dagje naar Antwerpen.