Zie ook voorgaande verhalen zomerse reizen 2010 en vervolg zeilreis 6 jan 2011
Klussenlijst 2010-2011
Waarom altijd maar klussen aan de boot? Ze zeggen wel:” Koop een boot en werk je dood.” Het lijkt in ieder geval aardig te kloppen, dat werken dan met doodgaan hoop ik nog even te wachten. Buiten het normale onderhoud van schoonmaken en de boel nalopen en smeren, zijn er nog vele andere klussen die me bezig houden. Bij aankomst in Curaçao staat de boot nog op de kant. Daar krab en schuur ik eerst de buitenkant schoon om er nieuwe antifouling op te schilderen. Pokken en andere zeeflora en -fauna zitten overal in de zwaardkast, op het ophaalbaar roer en over de hele onderkant van het schip ondanks dat ik regelmatig het onderwaterschip schoonmaak in het water. Ook de waterlijn en andere delen van het schip moeten hier in de tropen regelmatig geschilderd worden. Tussen het schilderen door heb ik een nieuwe dieptemeter ingebouwd. De oude voldeed niet meer dus een nieuwe type er in gezet en de bedrading vervangen. Dit soort klussen neemt altijd meer tijd dan je van te voren kunt bedenken.
Verder heb ik een watermaker ingebouwd. Zo’n watermaker maakt van zeewater drinkwater en dat is een ontzettende luxe. Genoeg water aan boord en niet meer hoeven sjouwen met jerrycans. Ook dit apparaat inbouwen met het beperkte gereedschap dat ik aan boord hebt, maakt van eenvoudige klus al een grote klus. En omdat niet alle onderdelen pasklaar te krijgen zijn moet je soms stad en land afrijden om datgene wat je net nodig hebt te verkrijgen. Heb ik geluk, dat ik die jeep mag rijden! Overigens de hele watermaker hebben we , zoals reeds eerder gemeld, gekregen van een bevriende zeiler, Sietse Sijperda van de Dolfijn. Het apparaat heb ik in twee tassen meegezeuld. Dit kon met bij betaling van 55 euro net binnen de gewichtsgrenzen. Al was het voor mij een hele sjouw, die twee tassen van 23 kg per stuk! Overigens kostte versturen via DHL meer dan 550 euro. Eenmaal op Curaçao komt de douane naar me toe met de vraag, wat er in die tassen zit. Ik leg uit dat het onderdelen voor een watermaker zijn. Ja zegt de man daar moet je invoer rechten over betalen. Oke, zeg ik, maar ik ben een schip in transit. Ik voer het nu in en straks weer uit en dan krijg ik het geld weer terug. Ja dat was wel erg veel gedoe dus mag ik door. Ik blij, want dat scheelt inderdaad veel gedoe. De watermaker werkt fantastisch. We zijn er erg blij mee.
’s Avonds hijsen wij onze rubberboot uit het water zodat hij niet aangroeit en het moeilijker is om hem te stelen, wat in deze streken regelmatig voorkomt. Het verstandigste is hem altijd met een staalkabel vast leggen en het liefst ’s nachts uit het water te halen. Om hem op te hijsen gebruiken we de val van de kotterfok totdat het schijfje in de mast door de kracht die er op komt breekt. Dus klim ik met de boormachine de mast in om de popnagels er uit boren en het blok te demonteren. Dan op zoek naar een nieuwe schijf, die is hier nergens te koop. Ze kunnen er wel een draaien maar dat kost de hoofdprijs: 150 gulden. Dat wordt me te grijs. Ik koop gewoon een compleet blok, zet de flex er op en dan heb ik voor 40 gulden een schijf, dat past me beter. Met een geleende zware popnageltang de boel weer in de mast gemonteerd en de zaak is weer geklaard. En nu we de grote sprong gaan wagen heeft het schip extra aandacht nodig.
Zo wordt een kleine olie lekkage aan de keerkoppeling een totale revisie van de koppeling. Daarna blijkt de motor niet goed in lijn te staan. Vermoedelijk oorzaak: scheve motorsteunen. En dan moet je eerst de motor zien te lichten. Terwijl de motorruimte, die toch al niet groot was, nu door de watermaker nog kleiner is geworden. Eerst maak je dan langere sleufgaten in de steunen, laat de motor weer op z’n plek zakken en dan lijkt het goed. Maar bij de proefvaart staat de motor meer te dansen dan ooit. Uiteindelijk breng ik de verbindingsstukken tussen de motorsteunen en motor naar een metaalbewerker. Wanneer die rechtgezet zijn is het probleem op gelost en zijn we inmiddels na de kleine olielekkage een paar weken verder. Je bent blij dat er af en toe iemand van de ankerplaats naar Nederland op en neer vliegt. Want naast een nieuwe flens voor de keerkoppeling neemt Evert van de Calypso, ook nog een kraantje mee voor de aftap van de watermaker.
De koelkastmotor zit in het aanrechtkastje, maar die wordt daar te warm hier in de tropen, dus zetten we het deurtje open. Dat is ook weer lastig. Daarom heb ik een computerventilator in het deurtje gebouwd. Dat ding gebruikt bijna geen stroom, de motor van de koeling wordt niet meer warm en het deurtje kan weer dicht. Probleem opgelost, erg fijn.
Volgende probleem: De radar werkt niet goed. Het scherm valt uit, want er is een regelaar stuk. Het betreffende onderdeel is nergens te krijgen. Niet in Nederland en ook niet bij “Radio Holland” ze kunnen er niet meer aan komen. De radar is te oud. Gelukkig heeft iemand op de ankerplaats nog oude onderdelen liggen van ongeveer het zelfde type en daarmee heb ik hem gerepareerd.
Het stuurwiel loopt vast. Er zit een zwaar punt in de middenstand. Na zoeken blijkt de stuurautomaat de oorzaak te zijn. De keerring in de arm versleten en er is zout water in de arm gelopen en dat levert roest op. De boel uit elkaar gehaald, schoongemaakt en gesmeerd. Met een creatieve oplossing een nieuwe keerring voor de arm gemonteerd en hij werkt weer. Ja, het verteld zo eenvoudig maar het kost al met al wel een dag werk.
Het plafond in de kajuit heb ik gedeeltelijk vernieuwd. We hadden lekkage bij de mast langs de kabel doorvoeren en de triplex platen waren weg gerot. De oude platen heb ik er voorzichtig uit gehaald om ze als mal te gebruiken voor de nieuwe platen. Een Hubo hebben ze hier niet dus bij de bouwmarkt een hele plaat gekocht (slechts 12 euro). En die vervolgens aan de wal met de handzaag aan stukken gezaagd, want aan boord is daar geen ruimte voor. Dan met primitieve gereedschappen de boel pas gemaakt, bekleed schuim en het oude vinyl en gemonteerd. Hup weer ander halve dag verder. Ja, dat zegt ie nu wel, maar het kost veel meer tijd. Alleen al met het heen en weer rijden ben je een dag kwijt. Want omdat het regende moest het zagen op de werf gebeuren onder een op de kant staande catamaran van een zeilvriend. Acht kilometer verderop. Ook het lenen van gereedschap kost tijd. Je moet wachten tot iemand aan boord is, dan er heen met je bijbootje, je maakt een praatje, doet je klusje, brengt het geleende terug en maakt weer een praatje. Zo wil de tijd wel voorbijgaan. Daarmee zeg ik niet dat die praatjes niet nuttig en plezierig zijn. Je hebt elkaar hier toch nodig.
De windmeter van 20 jaar oud draait niet meer. Na lang gezoek en tig keer de mast in, hij leek het namelijk beneden na schoonmaken steeds te doen en boven vertikte ie het na een poosje weer, heb ik met de moed der wanhoop het ding uit elkaar gehaald en blijken de lagertjes kapot. Broer Hennie gebeld die wist er aan te komen en u snapt het al: Evert neemt ook die mee. Hij heeft wat mee gesjouwd. Het is allemaal niet echt groot maar toch.
Een ander tijdrovende klus was, dat ik de elektrische veiligheidsklep van de gasfles geschikt wilde maken voor het Amerikaanse systeem. De Europese flessen waren te verroest en konden hier met moeite gevuld worden. Eerst probeer je dan de juiste koppeling met de juiste schroefdraad te vinden. Ook een manier om Curaçao te leren kennen. Met al dat gezoek lukt dat overigens steeds beter. De oplossing wordt de oude koppeling van een gekregen Turkse fles afzagen, die bijvijlen, er een schroefdraad op tappen en bevestigen aan een Amerikaanse koppeling ,die ik via via al ooit eens gekocht had. Zo gaan we van oplossing naar oplossing. En hoewel ik het meeste van dit werk doe, is de inbreng van Albertien, dat ze meedenkt en met slimme ideeën komt. Soms vind ik dat irritant , maar het helpt me iedere keer weer verder. Grrrr!
Nog zo’n klus, in dit geval uitbesteed, nieuwe kussen op de banken de oude waren gaar. Al neemt het heen en weer rijden om uit te leggen wat je wilt en het er achteraan bellen dat het ook echt af komt ook veel tijd. Maar het ziet er weer pico bello uit samen met de door Albertien opnieuw beklede kleine kussentjes. Tussen al deze klussen door hebben we de boot opgeruimd en de indeling van kasten en bergvakken veranderd. Even niet aan boord geeft een frisse kijk en maakt het makkelijker zaken weg te doen die je al lang meesleept. Als er dan ook nog een schip naar Haïti gaat met hulpgoederen, wordt het wegdoen nog gemakkelijker. Een ander heeft er daar hopelijk weer plezier van.
Verder hebben we de boot bevoorraad voor de tocht over de Pacific. Daar is onderweg weinig te koop en als het er al is, is het erg duur. Dus voor een half jaar voedsel ingeslagen en overal in het schip gestouwd. Je wilt niet weten hoeveel het is en hoe vaak je er voor moet rijden omdat je wat vergeten bent of omdat Albertien nog een plekje vind waar nog wat kan staan.
Groene energie hadden we al. Maar met de watermaker erbij hebben we soms tekort. Vandaar dat we nog een extra zonnepaneel aangeschaft hebben, die dan ook weer aangesloten moet worden en zo. Wat ook goed is, is dat ze bij Ikea een lamp op zonenergie hebben met een losse accu.Overdag ligt de accu in de zon en ‘s avonds hebben we er in de kuip mooi licht van. Mooi toch?
En dan nog het dieselprobleem. Onze dieselvoorraad is beperkt en een extra dieseltank inbouwen lukt niet. In de tank en met de losse jerrycans die we al hadden konden we 200 liter diesel meenemen. Dat betekend drie etmalen op de motor varen en het is op. Na rijp beraad hebben we besloten er 6 jerrycans van 20 liter bij te kopen. We kunnen ze in de bakskist kwijt. Gelukkig wel, hoeven ze niet aan dek te staan zoals je bij veel andere boten ziet. Nu kunnen we vijf etmalen varen en dat op oversteek van 3000mijl. Ja, we hebben een zeilboot maar er zijn stukken waar weinig of geen wind staat en daar wil toch wel door heen zien te komen.
Nieuwe windvangers annex regententjes gemaakt op de luiken voor de ventilatie en opdat het niet inregent. In de tropen regent het in de winter en door de harde wind gaat de regen horizontaal en dus als je het niet slim aanpakt onder de kleedjes door. Ik ben vooral dolblij met het windvangende tentje over het kombuisluik. Eindelijk tocht het in onze hut, zeker als we het hoofdluik dichtdoen. En verder is het fijn om niet met oren op steeltjes te hoeven slapen om te luisteren of het gaat regenen en je het bed uit moet om de luiken te sluiten. De boel bij voorbaat dichtdoen is voor mij geen optie, veel te benauwd!
Overigens hebben we het kleedje over het hoofdluik grotendeels vervangen door wit plakplastic. Ideaal. Geen geklapper, geen direct zonlicht en veel lichter dan met een kleedje. Bovendien tijdens het varen werkt het ook.
En met al die regen kom je er ook achter dat er hier en daar een klein lekje zit. Dus de ramen na lopen en dan blijken de schroeven iets los te zitten. Ik controleer ze allemaal, draai ze aan, vervang de dolgedraaide types en kit de naden. Daarmee lijkt ook dat probleem weer getackeld. Ook blijkt een raam in de buiskap los te zitten en moet ik die er opnieuw met kit inzetten.
We zien al wat langer dat er in het mooie tredmaster antislip hier daar een bobbel op begint te komen. Eerst dacht ik dat er lucht onderzat, maar inmiddels weten we dat het oxide is, een reactie tussen sikaflexkit, aluminium en mogelijk condenswater. Weer een klus voor de toekomst
Dit is maar even een opsomming wat we al zo doen in Curaçao, als we daar achter anker liggen. Hoezo vakantie of pensioen? Tussen de klussen doen we af en toe ook wel leuke dingen zoals snorkelen, wandelen en ritjes maken zonder koop opdracht. Of we gaan in Punda een frozen cappuccino drinken aan de Annabaai of iets eten op het Wilhelminapleintje
En na al dit geklus kunnen we dan eindelijk weg.
Albertien is nog even naar de dokter geweest. Ze werd ‘s nachts wakker van de buikpijn. De arts wijt het aan problemen met de stoelgang. De spullen die ze daarvoor heeft gekregen lijken goed te helpen, dus gaan we. We vertrekken op vrijdag 28 januari tegen de waarschuwingen van een bevriende zeiler in. Je mag namelijk nooit op vrijdag vertrekken. Onzin, visserslatijn, bijgeloof? Wij hebben eindelijk weer eens een lekkere zeiltocht naar de andere kant van Curaçao. Tot Santa Cruz, daar stoppen we voor de nacht om weer een beetje in te slingeren en om morgen bij daglicht aan te komen op Aruba. Ik haal nog even iets aangroei onder het schip vandaan en alles is oke. ’s Nachts wordt Albertien helaas weer wakker met hevige buikpijn. Wat nu? Gaan we door naar Aruba en daar maar weer naar een dokter? Of gaan we terug? Te meer omdat de dokter in Curaçao had gezegd als het niet snel over gaat moet je terug komen voor verder onderzoek. Want bij mensen van boven de 40 kan het ook een ernstiger oorzaak hebben!!! Ja dan toch maar terug. In Curaçao weten we de weg. Bovendien op het Spaanse water lig je relaxt en in Aruba lig je op de swell. Het wordt eerst een mooie trip, maar tegen de middag zet de passaat door tot windkracht 6 en moeten we het laatste stuk stevig zeilen. Door het geklap slaat de radarreflector los. Onderweg schiet het voorstagprofiel van de genua uit elkaar, dat repareer ik onderweg met ducktape. Later blijkt de spanveer afgebroken te zijn, dus weer een nieuwe klus. En dan liggen we weer op het Spaanse water. Allebei balend dat hier weer terug zijn. Is dit nou wijsheid??
Voor foto’s zie onderstaande website.
http://picasaweb.google.com/syzeezot