Saba
Het is er dan eindelijk van gekomen. Ik was de boel aan het voorbereiden om naar Curaçao te gaan, want daar gaat de boot een half jaar de kant op. En dan ga ik naar Nederland om te kijken hoe lang ik het er uithoud zonder Zeezot. Maar goed, tijdens de voor bereidingen om naar curaçao te gaan, zag ik dat het weer zich uitstekend leende om Saba aan te doen. Die avond neem ik versneld afscheid van vrienden en bekenden op St. Maarten.
’s Morgens eerst nog even naar de franse bakker, die altijd heerlijk stokbrood verkoopt, lekker voor onderweg. En daarna anker op en varen. De tocht verloopt voorspoedig en ik ben om een uur of twee bij Saba. Daar pik ik een mooring op, zet de bijboot overboord en ga op weg naar de ladder.
De ladder is een in de rotsen uitgehakte trap die vroeger de enige toegangsweg naar het eiland was. Als ik bij de ladder aankom om te kijken of ik er kan landen zie ik dat het voor mij alleen onmogelijk is om de bijboot aan land te krijgen zonder dat ik hem beschadig. Dus doorvaren naar Fortbay. Daar moet ik mij melden bij de havenmeester en om toestemming krijgen om het eiland te betreden. Douane is er niet, het is een soort vrijstaat. De havenmeester doet dienst als een immigratie ambtenaar. Hij heeft helemaal geen tijd en aandacht voor mij, want hij is druk aan het klussen op een visboot. Hij zet een handtekening op een oningevuld formulier. De kapitein van de veerboot, die op het kantoor aanwezig is, vult het in, ontvangt de 20 dollar voor de mooring, en daarmee ben ik ingeklaard. Zo simpel kan het zijn! Dan ga ik het eiland verkennen. Het is bergje op en bergje af en van dat soort wegen hebben ze er zat. Op het eerste stuk naar The Bottum, de hoofdplaats (in de oude vulkaankrater) krijg ik halverwege een lift, dat is wel lekker. Vanaf daar gelopen naar het plaatsje Windzijde helemaal naar boven. Ik had wel een lift kunnen krijgen, maar als je loopt zie je veel meer. Als ik dan aan de andere kant van het eiland sta voel ik mij benen al aardig terwijl ik best wel wat gewend ben. Daar overal wat rondgekeken en bij een restaurant wat gedronken. Op dat moment ben ik de enigste klant en raak met de dames van de bediening aan de praat, zo ver dat mogelijk is dan. De eigenaresse, een oudere dame geboren en getogen op Saba, vraag ik of ze Nederlands spreekt. Nou een heel klein beetje. De twee jongere dames van midden twintig blijken uit Colombia te komen en spreken alleen maar Spaans dus het gesprek gaat met handen en voeten. Zo begrijp ik dat ze hier, overigens net als veel van hun landgenoten op de Antillen, illegaal zijn. Later vraag ik aan een oudere lokale bewoner de weg. Ik moet bij hem binnenkomen om foto’s te zien waar de man met Beatrix en Juliana op staat. De foto’s zijn genomen, toen hij ze in het verleden ze vanaf marine schepen naar de ladder heeft geroeid. Ook hem vraag ik hem of hij er geboren en getogen is. En dat is zo, maar als ik vraag of hij Nederlands spreekt zegt hij, nee alleen een heel klein beetje. Hoezo Nederlandse provincie?? Ik loop weer helemaal naar de haven terug en denk ik, ga morgen wel een paar trails lopen over de bergruggen. Terug aan boord ga ik maar even snorkelen. Ik heb het warm gekregen van al dat lopen. Het snorkelen is geweldig! Een mooi rif bij Diamant rock met veel vissen en schilpadden. De volgende morgen is het als ik op sta windstil. Ik lig dan ook in de luwte van het eiland. En toch loopt er wel een zwakke deining maar dat is wel lekker. Ik ga eerst nog even snorkelen op deze mooie plek. Daarna wil ik de boot verleggen naar Fortbay en daar een mooring op pikken omdat het met de bijboot zo’n eind varen is naar de haven. Als ik daar een mooring op wil pikken komt er een boze man van een duikcentrum op me af varen. Ik mag die boeien niet gebruiken die zijn alleen voor duikers. Het maffe is dat de mevrouw van marine park gisteren tegen me zei; waarom ga je daar niet liggen,dan hoef je met je dinghy niet zo ver te varen. Ik mocht van de boze man wel voorbij de haven liggen, maar daar lag ik enorm te stuiteren. Het waait inmiddels 14 kts wind, eigenlijk wel een hele mooie wind voor Bonaire. Wat te doen? Saba verder laten schieten? Mede door het feit dat mijn benen nog erg protesteren van de wandeling van gisteren ruim ik de bijboot op en zeil ik weg. Zo is dit dus een bliksem bezoek aan Saba geworden. Ik heb er wel een redelijke indruk van gekregen maar om het hele eiland te verkennen had ik meer tijd uit moeten trekken met rustdagen anders vallen de benen er af. Dus op weg met die mooie wind. Maar… hoe verder ik bij Saba weg vaar, hoe zwakker de wind wordt. Weer een dilemma. Ga als nog terug of drijf ik door? Er wordt wel wind voorspeld maar pas de volgende dag. Ik besluit om door te drijven soms 1,5 kts snelheid. Dan doe ik nog even de motor aan, maar 480 mijl op de motor haal ik niet dus motor weer uit. Ik heb geen haast. Ik dood de tijd met een boekje lezen afgewisseld met kruiswoordpuzzels en sudoku’s, ik kom er wel. De volgende dag is er iets meer wind al die komt niet boven 6 kts uit. Sinds gisteren vaar ik op alleen de blister, want dat geeft de meeste snelheid, ongeveer 3 mijl. Pas aan het eind van de volgende dag gaat het waaien. De blister moet er af, zeker omdat ik de nacht in ga. Met zo’n groot zeil als er zich ook nog buien vormen, vind ik niet fijn, dus de standaard zeilen omhoog die kunnen meer hebben. Na nog een dag gesukkeld te hebben, begint het serieus te waaien. Het gaat hard soms over de 8 kts snelheid dus er moet een rif in. Zo blijf je bezig. Uiteindelijk naar 4 dagen en drie nachten, meer ik om 3 uur ’s nachts af in Bonaire. Afgemeerd aan een mooring voel ik me niet slaperig of moe. De drie nachten heb ik, zodra het donker werd en de koffie op was, geslapen op de kuipbank met de kookwekker naast me. Altijd na een kwartier of twintig minuten zelfs voor dat de wekker afliep, was ik wakker, keek even rond en op de instrumenten en ging weer liggen. Soms kwam de slaap wel, soms niet, maar als je ligt rust ook uit. Ik merk dat ik genoeg rust krijg en voorlopig wel door kan gaan. Als ik dan in Bonaire lig, me een glaasje port inschenk en daarna mijn kooi in rol, wordt ik als vanouds niet eerder wakker dan de volgende morgen. Later naar Douane en Immigratie. Helaas het is inmiddels lunchpauze dus immigratie is dicht. Een juffrouw op het kantoor zegt: ‘Ga maar naar het politie bureau om je in te schrijven, dat is hier tegenover.’ Zo gezegd zo gedaan. Daar ging het snel, je zou het in vervolg altijd zo kunnen doen. Kralendijk rondgelopen en overal een beetje gekeken. Terug bij de boot ga ik weer snorkelen, want dat blijft hier prachtig. Je ligt met de achterkant van de boot op de rand van het plateau waar het eiland op ligt en daar zit de meeste vis in glashelder water van 28 graden. Toen ik rondliep in Kralendijk zag ik een aanbieding voor een scooter te huur, 3 dagen voor 50 dollar. Dat lijkt me wel met een in de wind wapperend overhemd over het eiland scheuren. De volgende dag zo’n ding gehuurd en lekker rond getoerd. Ik ben nog even Jan en Atje Welten van de Baskoer langs gereden heb daar koffie gedronken. Ik kwam er wel op een raar moment, want een vriend van hun(Fred), die een paar huizen verder woont was die nacht in elkaar geslagen. Trieste toestand, de reden waarom was onduidelijk?? Dus nu maar afwachten hoe hij er weer bovenop komt. Als ik een dag later hun weer bezoek, is Fred er ook. Hij ziet er niet uit, dikke ogen, opgezwollen gezicht, afgebroken tanden en overal schaafwonden. De reden? Ze wilden geld van hem, maar hij had slechts 3 gulden in de zak en daar werden ze boos over. Het zal je maar gebeuren. Verder hadden we een reuze gezellige avond. Er waren wat timmerlieden, die hadden een kleine verbouwing aan het huis gedaan en dat moest even gevierd worden. Daarna lekker gegeten en bijgekletst. Heel tevreden rijd ik daarna naar de boot op m’n scooter. De dag erop is het koninginnedag. In Rincon een plaatsje aan de andere kant van het eiland is het feest. Ik ben daar naar toe gegaan. Het was een soort grote braderie met veel eten, zuipen en volksdansers. Gezellig, maar ook veel van het bekende werk, verkoop van kralen en zo. Het leuke was wel dat het hoofdzakelijk locale mensen waren die er flaneerden. 1 Mei, de dag van de arbeid wordt hier groots gevierd en bijna alles is dicht. Voor mij een goed moment om te vertrekken naar Curaçao Het is een voorspoedige reis. Een bakstag windje bij windkracht 6, tja dan wil de boot wel snelheid maken. Na zes uur varen laat ik dan ook op het Spaanse water anker vallen. Ik ga de boel opruimen en ik zie al weer veel bekende gezichten. ’s Avonds doorgezakt met een stel bekenden. Er is toch weer veel gebeurd tijdens mijn afwezigheid. Na deze avond ben ik weer helemaal op de hoogte. Nu nog een paar weken klussen aan de boot. Daarna gaat de boot op de kant en vlieg ik naar Nederland.
Voor foto’s zie onderstaande website.
http://picasaweb.google.com/syzeezot