Cuba 2010
Vertrek vanuit Jamaica.
We hebben het vertrek al een paar keer uitgesteld. Te harde wind en hoge zee zijn niet aantrekkelijk om uit te varen, maar nu zal het wezen. Gisteren uitgeklaard en het weer lijkt redelijk, al zitten er wel wat buien aan de lucht. We gaan nog even naar de wal om warm te douchen, want die luxe hebben we hier nu nog. Maar als we om 7.00 uur terug varen naar de boot begint het te plenzen, echt een tropische bui. Het wordt erger en het stopt niet. Het regent uren keihard met als gevolg dat we de watertanks met ons opvangkleedje bomvol krijgen. Helaas lekt het met zoveel water van bovenaf ook her en der. Als we op de buienradar kijken blijken we in het oog van depressie te liggen en de buien draaien om ons heen. Op zee een paar mijl uit de kust is de lucht schoon. We vertrekken, nadat we eerst de bijboot die half vol water stond leeg hebbenen gehoosd en aan dek gesjord. Onderweg, het is inmiddels 14.oo uur en de tocht is 340 mijl lang, hebben we eerst geen wind, dan veel wind toen weer weinig enz, enz. Geeft een hoop gedoe met de zeilen en weinig nachtrust. Als ik wil gaan pitten in de morgen gaat het ineens wel heel hard waaien; 30 tot 35 knoop of te wel windkracht 6 tot 7. We zijn samen met een Engels schip, Siesta, vertrokken en daar hebben we af en toe marifooncontact mee. Dat wordt opgepikt door Sophia, een NL schip dat wij ook kennen. De mensen van dat schip hebben een goede opper gevonden voor de nacht bij Cabo Cruz en dat lijkt ons ook wel wat. Want nog een nacht tegen die wind in boksen en weer niet slapen is ook niet aantrekkelijk. Dus hup 14 mijl min of meer terug. Ik ga naar beneden om te kijken hoever het nog is en zie dat de boot vol water staat. Bilgepomp aan maar even later is de pomp kapot (staat onder water). Dus hozen met emmers en dat geeft een hoop gedoe op een stampend en scheef liggend schip. Tijdens het hozen stapt ik ook nog op een tube douchespul van Albertien. Gevolg boot spekglad van binnen. Ik ga dan ook diverse keren onderuit met emmer en al met gevolg dat er zeewater in de omvormer van 220 volt komt en deze overlijdt dan ook prompt. Albertien helpt mee hozen ook al is ze zeeziek. Nadat mij allerlei ramp scenario’s door het hoofd en hart geschoten zijn, want een mens schrikt zich rot als zijn boot op zee vol water staat, hebben de oorzaak is getraceerd! Het was de afsluiter van het fonteintje in de wc die we open hadden gezet, toen de watertanks overliepen. En omdat de boot zo scheef over stuurboord hing, ging die hevelen en liep over. Als we na een paar uur bij de kaap aankomen gaat het anker er in en komt er een weldadige rust over ons heen. Maar goed de boot en de voorraadvakken onder de vloer moeten leeg gemaakt worden. Dat is nog een hele klus want alles zit onder een vet laagje van iets. Enfin daarna is de boot weer schoner dan voorheen en we weten weer wat we hebben. Ook de fok moet nog verwisseld want er zit in de grote Genua een naad los. Het zeil begon al open te scheuren en een gescheurde fok in het donker of met woest weer is het ook niet. Vervolgens heeft ook de windpilot een optater gehad en zijn er bouten los gegaan. Ook dat heb ik nu hersteld. We zijn allebei van zout door trokken. Dus douchen en lekker slapen op deze rustige ankerplaats en morgen bij het krieken van de dag weer verder. De volgende morgen twijfelen of we weg zullen gaan. Als Siesta besluit om te gaan, gaan ook wij anker op. Maar het weer is te slecht zodat we terug moeten keren naar de ankerplek. En als we weer geankerd liggen komen de mensen van quarda aan geroeid (met een gecharterde roeivisboot zelf hebben ze geen boot)om ons te controleren, want we zijn nog niet in geklaard. Het gaat met handen en voeten want ons Spaans is nog steeds niet je dat. Ze laten ons een mes zien en vragen of we wapens hebben, die hebben we niet, ze kijken nog even rond en vertrekken. Ze gaan naar Niki en Jeff van Siesta met de dezelfde vragen en als ze het mes tonen blijkt dat het ’s nachts uit de kuip van die boot te zijn gestolen. Ze hadden aan land iemand gearresteerd met het gestolen mes. diegene was ’s nachts naar de boot gezwommen en had het weggenomen. Consternatie in Cuba want iedereen controleert iedereen maar hiermee is het probleem opgelost. We blijven hier nog paar dagen liggen, want het blijft hard waaien. Intussen repareren we weer de nodige dingen aan boord. Er is door het stampen een schap afgebroken in het vooronder die hadden we te zwaar beladen, dom natuurlijk. Ook windpilot stuurwieladapter geeft sinds we hem hebben al problemen. Met behulp van een extra ring, die we uit ons oprolbare snijplankje van plastic knippen, hebben we mogelijk de oplossing gevonden. We zullen het de komende dagen uitproberen. Door het heftige weer hebben we water in de kuipbanken gekregen dus alle touwwerk zout en nat dus drogen en schoonmaken. Na een paar dagen kunnen we weer op weg. Ook hier is het wintertijd dus razen er veel depressies over met harde wind. Als we vertrekken hebben we twee dagen de tijd om naar Cienfiego te zeilen voor er weer een nieuwe depressie overtrekt met mogelijk nog meer wind. Dat wordt dus door zeilen. Het lukt om op tijd binnen te komen. De windpilot heeft ons keurig zonder problemen de hele weg gestuurd. En dat na drie jaar ergernis en gedoe met touwtjes, maar we zijn er blij mee. Verder was de start nog heftig maar verderop wordt het een mooie zeiltocht waarbij soms de motor even moest helpen. We komen ’s nachts om 2 uur aan in Cuba. Geen kustwacht of andere autoriteiten te vinden. Ook via de marifoon geen reactie dus gewoon naar binnen varen 5 mijl landinwaarts. Als we afmeren bij de marina staan de autoriteiten wel keurig op de steiger te wachten. Als we aan boord blijven kunnen we eerst slapen, dan komen ze morgen wel bij ons aan boord. Dus de volgende dag om zeven uur wordt er op de boot geklopt men is zover. Wij als wij wakker zijn ook. Het gaat hier gemoedelijk. Al moeten we vorig jaar een papier hebben gekregen wat we niet hebben. Je mag namelijk door de jaren heen niet langer dan een jaar op Cuba liggen met je boot. Lig je langer dan moet je 5% van de waarde van je schip invoerrechten betalen. Wisten wij veel. Daarna gaan we voor anker, want de haven is vol. De rest van de dag wat aan gerommeld, de stad in geweest om geld te halen en Cuba weer te proeven. Op de terugweg eten we een pizza in een treurige tent. We zijn dan net weer op tijd aan boord, want het nieuwe koufront trekt over met veel wind en het anker moet zich nog zetten. De boot ligt wild aan het anker te rukken, tussen de riffen lagen we prettiger dan hier aan lagerwal (normaal hogerwal) van deze baai. Meestal heb je hier oostelijke winden door het staartje van de passaat maar in de winter trekken er depressies over vanuit Amerika en dan heb je sterke noordelijke winden. De mensen die in de jachthaven liggen, zijn erg met hun boten bezig om de stootwillen op hun plek te houden en krijgen een zware nacht. Als de buien voorbij zijn willen we in de haven gaan liggen. Er was ons een plaats toegezegd als de chartervloot weer zou vertrekken maar die blijft liggen. Er is geen animo om te gaan varen. Alleen krijgen wij nu dus geen plaats in de haven, en we willen naar Havana om daar een kleine week rond te kijken en bij vrienden op bezoek. Wat nu?? Het schip op het anker laten liggen moet op zich prima kunnen, maar de autoriteiten gaan er niet mee akkoord. Pas als we de schipper van een andere Nederlandse boot bereid vinden om toezicht te houden mogen wij weg naar Havana. Gisteren onderweg naar het busstation voor informatie worden we door een taxichauffeur staande gehouden hij biedt ons vieren aan om voor dezelfde prijs als de bus ons met de taxi te brengen. Dat is luxe en we maken de deal voor dinsdagmorgen om 9 uur te gaan. Wij leggen de boten voor de zekerheid aan een dubbel anker zodat ze niet aan de haal kunnen. Dinsdag om negen uur naar de kant met de roeiboot van de Siesta. We zijn een 15 minuten te vroeg. Maar als de tijd verstrijkt komt er geen taxi en twintig minuten te laat komt de taximan buiten adem aan geracet op de fiets. Hij heeft problemen met de auto maar komt over een half uur of we wachten willen. Er is simpel geen andere keus dus wachten we. Een half uur verstrijkt maar geen taxi. Nog wat later komt de taximan weer op de fiets naar ons toe. En zegt grote problemen heeft hij krijgt de auto niet aan de praat kunnen krijgen, maar een vriend van hem brengt ons met zijn auto, een oude Fiat Tipo. Aanvankelijk is de bedoeling dat we met dat autootje de eerst 70 km doen en dan overstappen naar een grotere auto. Ook dit mislukt dus wij in dit dieseltje met ruim 800.000 op de teller en een slecht sluitende achterklep .we zitten de hele weg in de uitlaat gassen. Het wordt een oncomfortabele rit met twee maal een stop om olie en diesel bij te tanken om de 284 kilometer te kunnen rijden. Pffffff we komen veilig aan in Havana en nemen de volgende keer toch maar de bus. In Havanna genieten we weer van het leven van een drukke stad met veel musea, kroegen en gezellige plekken. Alleen de Casa particular, een slaapplek bij mensen thuis geeft weer de nodige hilariteit. Het is hoog seizoen (januari je wilt het niet geloven) en alles is bezet. Wij overal aanbellen maar iedere keer nul op rekest, tot we bij een casa komen die ook bezet is. Maar een dame, die het aan de overkant van de straat ziet gebeuren, zegt:”Ik regel wel even wat” Zo komen we bij een oudere vrouw terecht die haar slaapkamer aan ons verhuurt en zelf op de bank in de kamer gaat slapen. Ook de kamer van een (klein)kind, die bij haar in huis woont wordt verhuurd. Beide kamers worden keurig schoon gemaakt, de bedden verschoont, de badkamer op niveau gebracht en zo verdient zij 50 dollar. Voor haar betekent dit 3 maanden inkomen niet te geloven. Het kan alleen voor 1 nacht dus morgen maar opzoek naar een andere casa. Terwijl Jeff en ik in een kroegje van de muziek en een drankje genieten, gaan Niki en Albertien opzoek naar een andere slaapplaats. Ze komen bij een volle casa , maar de zoon van de eigenaar belt wel 15 casa’s af. Ze zitten allemaal vol. Uiteindelijk vind hij er een, maar daarvan kent hij de kamers niet. Als we het niks vinden moeten we maar terug komen. Op het eerste oog lijkt het niet top maar het is iets en teruggaan lijkt niet veel zin te hebben dus vooruit, maar het is maar voor 2 nachten. Bij nadere beschouwing is het vochtig en niet schoon. Ja, dat is het risico van het nomadenleven dat we leiden. Ondanks dat is het een stille plek is in tegenstelling tot onze vorige slaapplaats. Toch slaap ik erg slecht, problemen met de boot spoken mij door het hoofd. Ik lig wakker van het gevoel dat ze inbreken en spullen stelen van boord. Ze zijn hier zo arm als de ratten en dan is de verleiding wel erg groot. Ook liggen we te ver van het toezicht van de haven het laat mij niet los en ik wil terug naar de boot. Dus donderdag al vroeg op pad, maar bij het bus station 3,5 uur van te voren krijg te horen de bus vol is. Misschien morgen. Ik heb het niet meer, blijf zeuren en kom als eerste reserve te staan. Later volgen er nog 6 mensen en uiteindelijk gaat iedereen mee. Er zijn zelfs nog 3 lege stoelen??? Terug bij de boot is alles oké niets aan de hand. De mensen die toezicht houden vinden dat ik mij onterecht zorgen gemaakt heb. Wel weten ze te vertellen dat op Haïti een zware aardbeving heeft plaats gehad een paar honderd mijl hier vandaan we hebben niets gemerkt of gehoord niet te geloven. Albertien komt zaterdag weer terug uit Havana. Ze is nog bij onze vrienden gebleven. Alleen heeft ze wel een soort griep te pakken en voelt zich niet fit. Ze weet wel te vertellen dat het volgens Jorge wettelijk verplicht is om aan ‘s nachts aan boord te zijn in Cuba als je voor anker ligt. Nog steeds is er een kans dat vissers je schip mee nemen om naar het buitenland te gaan en je loopt kans op een boete van de Guarda. Enfin ik ben terug aan boord en ga even de was doen. Ik heb in de bus een verkoudheid opgelopen. Leve de airco! Als de was is klaar ga nog even een biertje kopen bij de jachtclub nou ja jachtclub het is een tent waar je kan zitten om een biertje te drinken een paar jaar geleden liep het erg goed bij de tent je kon er lekker eten van de grill maar dat past niet in de filosofie van Cuba dus tent gesloten. Ja ze maakten winst en dat kan niet in Cuba mag niemand winst maken alleen de regering. De volgende dag komen Jeff en Niki ook terug uit Havana. Jeff en ik gaan ’s avonds nog even rond lopen door de stad op zoek naar Cubaanse live Muziek maar nergens te vinden alleen harde westerse rockmuziek maar dat zoeken we niet. En als we al vroeg terug aan boord komen wordt ik gelijk gevloerd door buikloop en diaree (cadeautje uit Havana?). Welkom aan boord. De hele nacht in de weer en slecht geslapen. Gelukkig duurt het maar een dag, dan ben ik weer in de wereld alleen nu met heftige rugpijn. Soms is gewoon thuis op de bank zitten ook lekker!! We willen verder. We zijn hier uitgekeken en willen naar Trinidad een oud stadje wat bekend staat dat ze altijd overal live muziek hebben. Op veel plaatsen spelen daar de Cubaanse bands. Het is een lange dagtocht zeilen voor we er zijn, het lukt net voor donker binnen te komen. We blijven er drie dagen en gaan lekker genieten. De tweede avond ga ik uit met Niki en dans mijn rug los. Hoera!! Daarna weer verder naar Santiago de Cuba. dat is een lang stuk zeilen. We doen het in dagtrippen tussen de koraalbanken door. Per dag zo’n 30 mijl het is mooi zeilen niet erg veel wind, en we stoppen bij onbewoonde eilandjes. Althans dat denken we, maar lokale vissers hebben hier hun kamp opgeslagen. Dat houdt in een kampvuur, wat jerrycans met zoetwater en diesel voor hun 5 pk motortje. Dat motortje staat een wel erg gammele roeiboot. Er moet constant gehoosd worden anders zinkt die. Voor het comfort hebben ze een groot stuk karton waar ze op slapen. Wat hebben wij dan een luxe aan boord. We zijn op het eilandje geweest en werden gelijk aangevallen door zandvlooien. Ik zit onder de beten. Leuk plekje voor die vissers. De mannen waren al bij ons langs gevaren toen we nog maar net voor anker lagen, we hebben een klein flesje goede rum geruild voor twee grote lobsters, voor beide partijen een gouden deal. Als we weer verder gaan de volgende dag regent het maar ook dat hoort erbij. We moeten aan de vissers denken met hun kartonnen slaapplek, dat is ook niet lekker nu. We varen weer tussen de eilanden en koraalbanken door naar een volgend eiland voor de nachtstop. ’s Nachts doorvaren kan hier niet onverlichte boeien en staken. Alhoewel onze elektronische kaart aardig goed klopt durven we er niet helemaal blind op te varen. Deze stop is bij een onbewoond eiland waar we een mooie plek vinden voor de nacht. Na scheepsberaad besluiten wij morgen door te varen en Niki en Jeff willen hier nog een dag langer blijven, dus hier scheiden onze wegen. En zo als altijd valt afscheid nemen weer zwaar, maar het hoort bij dit leven. Als we de volgende dag verder varen staat een stevige bries tegen en moeten we kruisen. Gelukkig zeilen we lekker op dit redelijk beschutte water. Bovendien vangen we ook nog een stevige Spaanse makreel waar we drie dagen van blijken kunnen te eten. Als we ‘s avonds voor anker liggen roken we de makreel op het achterdek, en hij smaakt voortreffelijk. We stoppen nog een keer bij Cayo Media Luna en beginnen dan aan het laatste deel van dit traject naar Santiago de Cuba. Het wordt een lastige tocht zeer wisselende winden 180 graden draaiend en terug en dat een paar maal in de nacht. De wind varieert tussen 5 en 35 kts. Dus reven en ontreven van slapen tijdens deze tocht komt weinig terecht dus later maar inhalen. We komen na 36 uur op onze bestemming aan. We varen een prachtige baai binnen tussen bergen door met een oud Spaans fort er op. We moeten wel een dagje bijkomen van de tocht en ik helemaal want met al het gedoe is het mij weer in de rug geschoten, maar gelukkig kan Albertien het weer los krijgen. En zo wordt het leven weer aangenaam. Alhoewel er zijn wel spanningen aan boord. We hikken tegen de overtocht aan en dit was vorig jaar een erg zware tocht. Maar de weerberichten lijken erg gunstig, dus we hopen dat het meevalt. Voorlopig gaan Santigao de Cuba bekijken. We moeten nog wat spullen kopen en eigenlijk wil ik wel even van het nachtleven genieten maar daar komt uiteindelijk niets van terecht. De jachthaven ligt te ver buiten de stad. Je moet er met een taxi heen, dat weerhoudt ons om uit te gaan en we zijn eigenlijk nog te moe van de trip. Wat een leuke bijkomstigheid is dat tegenover de jachthaven een gezin woont wat ons graag wil helpen met het doen van de boodschappen. Eventueel willen ook de was doen en voor ons koken. De vrouw, Rosa en haar man Pedro en nog een heel stel kinderen (en tijdelijk voor een paar dagen twee van de acht zussen van Rosa) leven in een piep klein huisje. Het zijn erg lieve mensen. Ze leven van de dingen die ze voor de zeilers doen. Dat brengt hun genoeg geld in het laatje. Ze spreken een beetje engels. We worden uitgenodigd om te komen eten. Ik ga er alleen heen, omdat Albertien zich niet zo goed voelt. Samen met nog een stel Engelsen die we in de haven ontmoet hebben ga ik bij de mensen uit eten. Het kost niets, het werd ons spontaan aangeboden. En ik moet zeggen het is voortreffelijk, goed verzorgt en het smaakt uitstekend. Na afloop raken we aan het salsa dansen met de jongere zussen van Rosa. Er vloeit ook nog een beetje rum bij en we hebben een geweldige avond. De volgende dag gaan we met de Engelsen naar de stad met de lokale bus. Dat is in dit geval zoiets als veevervoer. Je wilt niet weten hoe primitief dat gaat. Je zit achter in de bak van een vrachtwagen op gammele banken. Zo rijden we het eerste deel naar de stad. Daar stappen we over op een luxe stadsbus voor maar liefst 1 hele cent per persoon. Terug nemen we een taxi. Dat kost aanzienlijk meer, maar na onderhandelen rijden we voor 1.75 per persoon. De afstand is 12 kilometer. Inmiddels is het zaterdag en zijn we van plan te vertrekken. Het weer lijkt goed, niet te veel wind. Pedro heeft al het verse eten voor ons gescoord, dus we kunnen in laden. Rosa heeft heerlijk eten voor ons gekookt voor twee dagen dus dat is goed geregeld. We voelen ons verwend. Diesel hadden we gisteren geregeld via de havenmeester. De pomp staat op de haven maar nee die gebruiken ze niet. Ze brengen het wel aan boord in jerrycans, nou prima toch. Wat blijkt? Aan de pomp verdienen ze niets maar nu kopen ze zelf diesel van een boer voor 65 cent en verkopen het aan ons voor een 100 cent de liter. En dat maal 80 liter is een leuk extraatje en zo vaart iedereen er wel bij. Om 2 uur is het zover. Alle ambtenaren zijn aan boord geweest, we mogen vertrekken. Er staat een mooi windje uit het zuiden en dat komt hier bijna nooit voor. Het kan niet beter denken we, maar als we buitenkomen staat er nog een oude swel uit de Atlantische oceaan. Dit geeft een zeer vervelende klotsbak waar al de snelheid mee uit de boot gehaald wordt. Eerst nog maar een tijdje de motor bij en als we verder uit de kust komen gaat het beter. In loop van de nacht haalt de wind weer flink aan en we moeten de volgende 24 buur hard werken om voorbij Haiti te komen. We durven daar niet te dicht onder de kust te komen in verband met boot vluchtelingen na de aardbeving in Haiti. Het was al een van de armste landen van de wereld. Radeloze mensen trachten het land uit te vluchten, hopend op een beter bestaan elders en ze laten geen kans ongemoeid om dat te proberen. In verband daarmee patrouilleren er minstens twee schepen van de Amerikaanse kustwacht in de wateren rondom Haiti. Wij worden tijdens onze reis langs Haiti gedurende twee nachten en een dag twee maal gecontroleerd door de Amerikanen. In dit geval geeft het ons ook wel een prettig gevoel. ‘Big brother is watching you” In geval van nood kun je ze oproepen, want je moet er niet aan denken dat je een schip met vluchtelingen tegenkomt. Als we uiteindelijk bij de Dominicaanse Republiek aankomen gaan we dicht onder de kust varen in de “nightlee” van het land. Overdag warmt de zon het land op en staat de wind hard door langs de kust om de opstijgende lucht aan te vullen. ’s Nachts staat er een aflandige wind en die heft de passaat wind grotendeels op zodat je aangenaam kunt zeilen of motor zeilen langs de kust op zo’n 50 tot 1000 meter uit de kust. Zo werken we ons langs de kust van D. R. en ook dit kost ons twee nachten en twee dagen en dan moeten we nog Monopassage tussen D.R. en Puerto Rico oversteken. Een stuk water waar het hevig te keer kan gaan. De diepte loopt hier terug van 3500 meter naar 25 meter op sommige plaatsen en dat kan een ruwe zee opleveren. Er zijn hier door het slingeren en klappen al heel wat masten overboord gegaan. Gelukkig het gaat goed we komen na 5,5 dagen veilig bij Puerto Rico aan. We melden bij de kustwacht dat we daar aanlopen. Als we op de vraag waar we vandaan komen Cuba zeggen beginnen daar allemaal bellen te rinkelen denken we, want binnen een paar minuten tijd varen we in het zeer felle spotlight van de kustwacht. Ze vragen ons de hemd van het gat en geven ons dan toestemming geeft om P.R. aan te lopen. We hebben problemen met de accu’s. Ook die hebben niet het eeuwige leven en de onze begeven het. We moeten nodig nieuwe aanschaffen, want iedere keer met name ’s nachts laten ze het afweten. Dan moet de motor aan en dat vinden we niet leuk dus op zoek naar betaalbare nieuwe.
Dit is het eind van dit verhaal over Cuba. In het volgende verslag: ”op naar St.Maarten” kunt u verder lezen.”
Voor foto’s zie onderstaande website.